Skip to Content

Voedingsadviezen bij overmatig braken tijdens de zwangerschap

Je hebt last van erge misselijkheid en veel braken tijdens jouw zwangerschap. Dit heet hyperemesis gravidarum. In deze folder lees je wat hyperemesis gravidarum is. Je krijgt ook adviezen die jouw klachten kunnen verminderen.

Wat is overmatig zwangerschapsbraken?

Veel vrouwen hebben in de eerste maanden van hun zwangerschap last van misselijkheid en braken. Dit begint vaak tussen week 4 en week 10. In 90% van de gevallen verdwijnen de klachten voor week 22.

Bij sommige vrouwen zijn de klachten zo hevig dat zij te weinig eten en drinken binnenhouden. Dan spreken we van overmatig zwangerschapsbraken. Je hebt dan last van erge misselijkheid, veel braken en weinig of geen eetlust. Hierdoor krijg je te weinig voedingsstoffen en vocht binnen. Dit kan zorgen voor gewichtsverlies, uitdroging en een tekort aan vitaminen en mineralen. Door het vele braken raak je snel vermoeid.

De oorzaak van hyperemesis gravidarum is niet duidelijk. Waarschijnlijk spelen meerdere dingen een rol. Voor zover we weten heeft overmatig braken geen negatieve invloed op jouw ongeboren kind. Het heeft wel invloed op jouw conditie en hoe jij je voelt.

Wat kun je zelf doen?

Het belangrijkste doel is dat je niet hoeft te braken. Het is een misverstand dat jij voor twee zou moeten eten. De ideale gewichtstoename hangt af van jouw gewicht voordat je zwanger werd.

Het is verstandig om kleine beetjes te blijven eten. Als je alles meteen uitbraakt, eet dan even niets.

Algemene adviezen

  • Neem zoveel mogelijk rust, ook na inspanning zoals douchen.
  • Sta langzaam op en vermijd plotselinge bewegingen.
  • Ga na het eten niet direct liggen, maar blijf nog 10 tot 20 minuten rechtop zitten.
  • Neem rustig de tijd om te eten.
  • Probeer zo veel mogelijk in de frisse lucht te zijn.
  • Eet in een ruimte die niet te warm is.
  • Draag losse kleding.

Smaak- en reukveranderingen

Het kan zijn dat jij bepaalde producten tijdelijk niet verdraagt. Geuren, zoals van eten of parfum, kunnen jouw misselijkheid erger maken. Vermijd deze geuren zoveel mogelijk.

Jouw eetlust en smaak kunnen per dag verschillen. Probeer verschillende producten. Wat vandaag niet lukt, kan morgen wel lukken.

  • Koude gerechten hebben vaak minder sterke smaak dan warme gerechten.
  • Gekoelde dranken gaan vaak beter dan ongekoelde dranken.
  • Drinken met een rietje kan beter gaan dan drinken uit een glas.

Tips tegen de misselijkheid

  • Misselijkheid kan erger worden door een lege maag. Eet daarom elke 2 tot 3 uur iets.
  • Te weinig drinken maakt je misselijker en geeft een vieze smaak in jouw mond. Drink elke dag 1,5 tot 2 liter. Je kunt kiezen voor water, thee, melk, karnemelk, yoghurtdrank, chocolademelk, bouillon of frisdrank.
  • Een vieze smaak kun je verminderen door iets met een sterke smaak te nemen, zoals een pepermuntje of iets zuurs zoals citroen of augurk.
  • Overweeg isotone dranken of ORS. Jouw lichaam neemt dit vocht makkelijker op.
  • Kijk naar jouw misselijkheidspatroon. Als jij je rond het middaguur beter voelt, eet dan op dat moment wat meer.
  • Ochtendmisselijkheid kan minder worden door een toastje, geroosterde boterham of beschuit te eten voordat je opstaat. Leg dit ’s avonds naast jouw bed.
  • Koken kan misselijkheid geven. Vraag of iemand anders kookt. Gebruik eventueel kant-en-klaar maaltijden.
  • Koken, stoven, pocheren of de magnetron gebruiken geeft minder geur dan bakken of braden.
  • Kies voor koude maaltijden als je die beter verdraagt. Koud eten ruikt minder. Voorbeelden: sandwich, salades, vleeswaren, kipfilet, fricandeau of rollade. Zorg dat het eten er aantrekkelijk uitziet.
  • Gember kan helpen bij misselijkheid. Je kunt thee maken of gembercapsules gebruiken.

 Tips bij obstipatie

  • Drink bij een moeilijke stoelgang minimaal 2 liter vocht.
  • Kies voedingsmiddelen met veel voedingsvezels zoals: bruin- en fijn volkorenbrood, volkoren beschuit, volkoren ontbijtkoek en volkoren graanproducten.
  • Neem voldoende fruit, bij voorkeur met schil. Je kunt ook gebruik maken van gedroogd fruit zoals pruimen en abrikozen.
  • Neem voldoende groente, zowel gekookt als rauw.
  • Neem voldoende aardappelen, (volkoren)pasta en (zilvervlies)rijst.

Praktische adviezen per maaltijdmoment

Broodmaaltijden

  • Besmeer het brood royaal met roomboter of margarine.
  • Gebruik dubbel hartig beleg.
  • Een schaaltje pap of vla eet vaak gemakkelijker dan een boterham.
  • Brood kan vervangen worden door muesli of andere ontbijtgranen.
  • Probeer verschillende broodsoorten zoals krentenbrood, roggebrood, suikerbrood, stokbrood of een worsten-, kaas- of saucijzenbroodje.
  • Maak in plaats van een belegde boterham een tosti of wentelteefje.
  • Neem eens een snack bij of op de boterham zoals ei, omelet, ragout, gebakken vis, huzarensalade, eiersalade, kroket, frikadel of knakworst.

Warme maaltijd

  • Drink niet teveel bij het eten en eet liever geen bouillon of soep vlak voor de warme maaltijd. Deze geven snel een vol gevoel.
  • Voeg roomboter, margarine, (kook)room, slagroom, crème fraîche, kaas en/of mayonaise toe aan jus, sausjes, aardappelgerechten, pastagerechten of groenten.
  • Voeg room of siroop aan het nagerecht toe.
  • Rauwkost bevat weinig energie en geeft een vol gevoel. Gebruik bij voorkeur gekookte groenten.
  • Soms verergeren de klachten door vette en/of gebakken voedingsmiddelen, kruidige of pittige voedingsmiddelen, zeer zoete producten, producten met een sterke geur (zoals broccoli, koolsoorten en vis). Vermijdt deze zonodig.

Tussendoortjes

  • Wissel warme en koude tussendoortjes met elkaar af.
  • Varieer met tussendoortjes en probeer nieuwe smaken en varianten uit.
  • Voorbeelden van geschikte tussendoortjes: ontbijt of krentenbol royaal besmeerd, schaaltje volle vla, kwark of vruchtenyoghurt, chocolademelk, handje noten, vleeswaar uit het vuistje, blokje kaas, gevulde koek, suikerwafel.

Als het ondanks deze adviezen niet lukt om voldoende energie binnen te krijgen, dan kan drinkvoeding of sondevoeding een oplossing zijn. Overleg hierover met een diëtist.

Specifieke adviezen bij de zwangerschap

Gebruik tot week 10 elke dag een supplement met 400 microgram foliumzuur. Neem daarnaast tijdens jouw hele zwangerschap elke dag 10 microgram vitamine D.

Wil je extra vitamines of mineralen gebruiken? Kies dan een multivitamine speciaal voor zwangere vrouwen. Je hoeft dan geen extra foliumzuur of vitamine D meer te nemen.

Heb je vragen over wat je wel of niet mag eten? Kijk dan op de website van het Voedingscentrum:
voedingscentrum.nl/etenzwanger