Skip to Content

Voedingsadviezen bij een vochtbeperking van 1500 ml

Het lichaam bestaat voor de helft of meer dan de helft uit vocht. Bij vrouwen is het ongeveer 50%, bij mannen ongeveer 60%. Door te drinken en te eten neemt het lichaam vocht op. In een aantal gevallen zal het nodig zijn om het gebruik van de hoeveelheid vocht per dag te beperken. Dit kan bijvoorbeeld zijn bij verminderde hart- nier- en leverfunctie. De arts bepaalt hoeveel vocht je per dag mag gebruiken. Drink niet minder, anders zou je kunnen uitdrogen.

Waarom minderen met vocht?

Door minder zout te gebruiken en ook de hoeveelheid vocht te minderen, wordt het lichaam minder belast. Als je dagelijks een klein beetje meer vocht gebruikt dan je uit plast, dan houd je snel te veel vocht vast, je raakt overvuld. Bijvoorbeeld; Als je dagelijks twee glazen teveel drinkt dan houd je per week al 2 liter extra vocht vast. Dit extra vocht moet ergens naar toe. De druk in de bloedvaten loopt hierdoor op en het vocht dringt vanuit de bloedvaten naar weefsels die vocht op kunnen nemen. Dit  leidt tot kortademigheid, vermoeidheid en ophoping van vocht in de weefsels (oedeem).

Het dorstgevoel kan verstoord raken door het gebruik van medicatie (bijvoorbeeld plastabletten), hierdoor kan je dorstgevoel verergeren. Daarnaast versterkt te veel zout in de voeding het dorstgevoel waardoor het risico op te veel vochtinname toeneemt. Om de vochtbeperking goed uit te kunnen voeren is een zoutbeperking dan ook belangrijk.

Minder vocht maar hoe?

Eigenlijk bevatten alle voedingsmiddelen vocht! Naast allerlei dranken zoals water, koffie, thee, vruchtensap, melk en frisdrank bevatten ook andere voedingsmiddelen vocht. Denk hierbij aan pap, vla, yoghurt, soep, appelmoes en fruit. Als je minder vocht mag gebruiken is het belangrijk dat je vocht uit deze producten ook meerekent bij uw dagelijkse vochtinname. Een schaaltje vla of yoghurt bevat al snel 150 ml vocht.

Praktische tips 

  • Gebruik een 1,5 liter fles om daar de hoeveelheden vocht uit af te meten. Vul het (lege) kopje, schaaltje of bord dat je hebt  gebruikt elke keer met water uit de fles en giet dit weg. Je ziet dan meteen wat je nog overhoudt voor de rest van de dag. 
  • Gebruik kleine kopjes en glazen. Dan kunt u vaker iets drinken.
  • Meet de inhoud van je servies na. Op deze manier krijg je een goede indruk hoeveel milliliter uw kopjes, glazen en schaaltjes bevatten. Kies de kleinste serviesmaten uit om te gebruiken, drink bijvoorbeeld uit een koffiekopje in plaats van een gewone koffiemok of beker.
  • Verdeel de toegestane glazen vocht goed over de dag. Op deze manier voorkom je dat je 's avonds niet meer drinken mag.
  • Reken voor een portie fruit (125 gram) 100 ml vocht.
  • Kauw het eten goed. Hierdoor krijg je minder snel een droge mond.
  • Neem medicijnen tijdens de maaltijd in, in plaats van apart met water. Dit kan bijvoorbeeld met vla, yoghurt of appelmoes. 
  • Bij dorst: zuig op een ijsklontje (reken 15 ml per ijsklontje) of zuurtje, gebruik kauwgom of neem een klein slokje water. 
  • Verdeel gekoeld fruit in partjes of stukjes. Bij dorst kan een stukje worden genomen.
  • Drink met kleine slokjes of gebruik een rietje.
  • Probeer tijdens de maaltijden niet te drinken.
  • Smeerbaar beleg, zoals leverpastei, groentespreads, roomkaas, zuivelspread, jam en roerei zorgen voor een minder droge maaltijd.
  • Zout geeft snel een dorstgevoel; voeg zo min mogelijk zout toe aan de voeding en gebruik minder zoute voedingsmiddelen.

Dorstlessers

Zure melkproducten (zoals karnemelk en yoghurt), fruit, sportdranken zonder natrium, citroensap in water, limonadesiroop verdund met veel water, pepermunt en suikervrije kauwgom, koffie en thee zonder melk en suiker, zure ongezoete vruchtensappen, ijsklontjes (bijv. met een beetje citroensap), bittere dranken, de mond spoelen met water, tanden poetsen.

Dorstveroorzakers

Zoete melkproducten (zoals vla, chocolademelk en drinkyoghurt), gekruide gerechten, zoete limonade, drop, koffie met melk en suiker, consumptie-ijs.

Verdeling van vocht over de dag

Je hebt een vochtbeperking van 1500 ml per dag. Je kunt dit bijvoorbeeld als volgt verdelen:

Vochtverdeling  
Ontbijt 200 ml (1 kop) 
In de loop van de ochtend 150 ml (1 kopje)  
Lunch 200 ml (1 kop)
In de loop van de middag 150 ml (1 kopje) 
Warme maaltijd 150 ml (1 schaaltje nagerecht) 
In de loop van de avond 150 ml (1 kopje)
Water voor medicatie 3 x 100 ml
Fruit 200 ml (2 porties)
Totaal 1500 ml

Je kunt natuurlijk ook voor een andere verdeling kiezen.

Vochtverlies

Vochtverlies vindt plaats via de huid (transpiratie), urine, ontlasting en adem. Bij diarree, braken en overmatig transpireren ten gevolge van koorts of warm weer, is het vochtverlies groter. In deze omstandigheden moet er rekening mee worden gehouden, dat er ondanks een vochtbeperking meer gedronken mag worden. Overleg zo nodig met arts of verpleegkundige.

Zoutbeperking

Meer informatie over het zoutbeperkt dieet vind je in de folder Voedingsadviezen bij een zoutbeperking van Bernhoven. Vraag hiernaar bij je zorgverlener of kijk op de website van Bernhoven: www.bernhoven.nl.