Skip to Content

Voedingsadviezen bij cystenieren

Er zijn verschillende vormen van cystenieren, waaronder Autosomaal Dominante Polycysteuze Nierziekte (ADPKD). De andere vormen van cystenieren zijn zeer zeldzaam. In deze folder wordt daarom alleen aandacht besteed aan ADPKD. We geven je meer informatie over cystenieren, maar geven je ook voedingsadviezen.

In deze folder lees je alles over ADPKD en wat het voor jou betekent. We bespreken:

  • Wat cystenieren precies zijn,
  • Hoe een dieetbehandeling hierbij kan helpen,
  • Belangrijke voedingsstoffen zoals eiwitten, zout, cafeïne en vocht,
  • En hoe je jouw voedingstoestand gezond kunt houden.

We hopen je hiermee een duidelijke en praktische basis te bieden voor een gezonde leefstijl bij ADPKD.

Wat zijn cystenieren?

ADPKD is de meest voorkomende erfelijke nierziekte. In Nederland komt het bij ongeveer 3 tot 4 op de 10.000 mensen voor. Cysten zijn holten met daarin vocht, een soort vochtblazen. Cystenieren is een erfelijke nierziekte en wordt ook wel ADPKD genoemd. Dit staat voor ‘Autosomal Dominant Polycystic Kidney Disease'. Vrij vertaald in het Nederlands betekent dit: niet geslachtsgebonden, dominant overervende polycysteuze nierziekte. Door een aangeboren afwijking in een bepaald gen worden er cysten gevormd in een aantal organen, vooral in de nieren. De grootte van deze cysten kan variëren van een speldenknop tot een pingpongbal. De grootte en het aantal cysten verschilt van persoon tot persoon. Doordat de cysten groter worden en hun aantal toeneemt komt het normale nierweefsel in de verdrukking, wat leidt tot verlies van nierfunctie. De snelheid van nierfunctieachteruitgang kan van persoon tot persoon sterk verschillen. Urineweginfecties, nierstenen en bloedingen vanuit een cyste kunnen de achteruitgang van nierfunctie versnellen.

De dieetbehandeling

De dieetbehandeling bij mensen met ADPKD bestaat uit een eiwitbeperking, een zoutbeperking ofwel natriumbeperking, een cafeïnebeperking en een vochtverrijking. Achtereenvolgens wordt hierover uitleg gegeven en praktische handvatten gegeven. Een dieet kan in sommige gevallen de achteruitgang van de werking van de nieren vertragen.

Eiwit

Eiwit is een belangrijke voedingsstof. Bij de vertering van eiwit ontstaan afvalstoffen. Als de nieren niet goed meer werken, hopen deze afvalstoffen op in het bloed.

Het lichaam heeft eiwit nodig als bouwstof. Het vormt de bouwsteen voor al onze lichaamscellen, bijvoorbeeld voor spieren, organen, botten, zenuwen en bloed. Het lichaam kan geen reservevoorraad van eiwit aanleggen. Daarom heb je dagelijks eiwit nodig.

Wat doet eiwit met je lichaam?

Bij de vertering van eiwit uit de voeding ontstaan afvalstoffen, waaronder ureum. De nieren halen deze afvalstoffen uit het bloed. Daarna plas je ze uit. Als de nieren niet meer goed werken, blijft er te veel ureum in het lichaam achter. Daardoor kunnen klachten ontstaan, zoals moeheid, jeuk, hoofdpijn, misselijkheid en braken.

Minder eiwit eten helpt om deze klachten te voorkomen. De meeste mensen hoeven pas op eiwit in de voeding te gaan letten als de nieren voor 30 % of minder werken. Het is wel belangrijk dat je voldoende eiwit binnenkrijgt. Niet te veel en niet te weinig eiwit dus. Een arts of diëtist kan hierbij helpen.

Het is ook belangrijk dat de voeding voldoende energie (calorieën) levert. Energie is nodig om eiwit te kunnen gebruiken als bouwstof voor de lichaamscellen. Als er te weinig energie in de voeding zit, gaat het lichaam eiwit als brandstof gebruiken.

Hoeveel eiwit heb je nodig?

De diëtist geeft aan hoeveel eiwit je nodig hebt. Dit is onder meer afhankelijk van je lichaamsgewicht en je lengte. Iemand die lang en gespierd is, heeft meer lichaamscellen en heeft dus ook meer eiwit nodig.

Het algemene advies is om dagelijks 0,8 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht te eten. Iemand van 80 kilo mag dus per dag 80 x 0,8 = 64 gram eiwit eten. Dit advies geldt voor bijna alle Nederlanders. Ook voor de meeste mensen met nierschade.

Bijna iedereen in Nederland is gewend om per dag meer eiwit te eten. Daarom voelt het algemene advies voor veel mensen toch als een dieet. Het wordt wel een eiwitbeperkt dieet genoemd.

De diëtist gaat uit van een gezond lichaamsgewicht. Dat is het gewicht dat past bij je lengte, geslacht en leeftijd. Als je te zwaar bent, krijg je dus een afwijkend advies. Bij ondergewicht is dat ook zo.

Waar zit eiwit in?

  • Veel eiwit: vlees, vis, wild, gevogelte, vleeswaren, kaas, melk en melkproducten, eieren, noten, pinda's, sojaproducten, vleesvervangers en peulvruchten zoals witte en bruine bonen, kapucijners en linzen.
  • Minder eiwit: brood, beschuit, aardappelen, rijst, deegwaren, groente en fruit.
  • Geen eiwit: (dieet)margarine, alle oliesoorten, roomboter, bak- en braadvet, suiker, jam, honing, zuurtjes, thee, koffie, water, frisdrank, limonadesiroop.

Zout - Natrium

Bij het nefrotisch syndroom wordt een zoutbeperking voorgeschreven van max. 5 gram zout (ofwel 2000 mg natrium) per dag.

Wat is natrium?

Natrium is een onderdeel van keukenzout. De scheikundige naam voor keukenzout is natriumchloride (NaCl). 1 gram natriumchloride bevat 400 mg natrium. Als je het advies krijgt minder zout te gebruiken, wordt eigenlijk bedoeld dat je voeding minder natrium moet bevatten. Vroeger werd dan gesproken over een zoutloos of zoutarm dieet. Een betere naam is echter een zoutbeperkt of een natriumbeperkt dieet. 

Waarom een zoutbeperking?

Natrium komt van nature in het menselijk lichaam voor en is onmisbaar. Een van de functies van natrium is het regelen van de vochtbalans van het lichaam. Je lichaam kan het natrium uit de voeding niet goed verwerken. Dit kan leiden tot een hoge bloeddruk en het vasthouden van vocht. Wanneer je een verminderde hart- en/of nierfunctie hebt is het extra belangrijk om je zoutinname te beperken, om te voorkomen dat je hart en nieren overbelast raken.

In deze folder lees je hoe je een zoutbeperkt dieet kunt samenstellen en toch gezond en smaakvol kunt blijven eten.

Hoeveel zout heb je per dag nodig?

Meer dan 85 procent van de Nederlandse bevolking krijgt meer zout binnen dan de aanbevolen 5 tot 6 gram per dag. Volwassen mannen eten gemiddeld 9,9 gram zout per dag en vrouwen gemiddeld 7,5 gram zout per dag. Maar je lichaam heeft per dag aan ruim 1 gram zout (500 mg natrium) voldoende.

In welke voedingsmiddelen komt natrium voor?

Vrijwel alle voedingsmiddelen bevatten van nature natrium. Zo bevat groente die zonder toevoeging van zout gekookt wordt, toch een geringe hoeveelheid natrium. Natrium wordt door bijna iedereen in de vorm van keukenzout gebruikt om eten op smaak te brengen, dit is ca. 20% van het zout dat we binnenkrijgen. Het meeste natrium krijg je binnen door het gebruik van voedingsmiddelen waaraan door de fabrikant zout toegevoegd wordt, dit is ca. 80% van de hoeveelheid zout dat we binnenkrijgen op een dag. Dit is vaak vanwege de smaak, maar zout heeft ook een conserverende werking.

Voedingsmiddelen die veel zout bevatten zijn o.a. kant-en-klare sauzen en soepen, kant-en-klaar maaltijden, bouillonblokjes, gehakt- en vleeskruiden, ketjap, sambal, strooiaroma, vloeibare aroma, mosterd, vleeswaren (zoals rauwe ham en rookvlees), kant-en-klare vleesproducten zoals rookworst, hamburgers, saucijzen en gepaneerd vlees, kaas, haring, ansjovis, gerookte zalm, zoutjes, borrelnoten en snacks (zoals bamiballen, frikadellen), groente- en tomatensap. 

Basisregels voor een zoutbeperkte voeding

De diëtist bespreekt met jou je individuele dieet. Wanneer dat afwijkt van de richtlijnen in deze brochure, hebben de adviezen van de diëtist voorrang. Hier geven we alleen algemene uitgangspunten voor een zoutbeperkt dieet.

De basisregels om de hoeveelheid zout in je voeding te beperken zijn:

  • Gebruik ongezouten (dieet-)halvarine of (dieet-)margarine op het brood.
  • Gebruik maximaal 2 broodbeleggingen licht gezouten vleeswaren of kaas per dag. Kaas met minder zout heeft de voorkeur.
  • Voeg geen keukenzout, zeezout of ander zout toe aan de maaltijden.
  • Gebruik per dag maximaal 1 bord of kop lichtgezouten bouillon of soep d.w.z. bouillon of soep bereid van maximaal 1 bouillontablet of 2 bouillonblokjes op 1 liter water.
    • Gebruik je geen soep of uitsluitend ongezouten soep? Dan kun je het vlees of vervanging bij de warme maaltijd licht zouten. De jus hiervan kun je dan ook gebruiken. Voeg aan de jus géén extra zout of juspoeder aan toe.
  • Gebruik voor de bereiding van de warme maaltijd ongezouten (dieet-)margarine, ongezouten (dieet)bak- en braadvet of olie.
  • Gebruik zo min mogelijk producten die veel zout bevatten.
  • Gebruik geen kant-en-klare maaltijden, saus- of kruidenmix.

Tips voor de broodmaaltijd

  • Natriumarme kaas of zoutarme zelfbereide vleeswaren kun je vrij gebruiken.
  • Zoet beleg zoals jam, appelstroop, hagelslag en suiker bevatten weinig natrium. In sandwichspread en gistextract zit wel veel natrium.
  • Varieer met bereide ei-gerechten zonder zout zoals roerei, omelet, gebakken ei met tomaat en ui.
  • Groente zoals komkommer, radijs, sla, tomaat kan als broodbeleg gebruikt worden.
  • Fruit zoals banaan, (gebakken) appel, aardbeien is een smakelijke variatie voor brood.
  • Melkproducten bevat van nature natrium. Wanneer je dagelijks niet meer dan 3 melkproducten gebruikt, is dit geen probleem.

Tips voor de warme maaltijd

  • Je kunt gebruik maken van verse of gedroogde kruiden en specerijen om je maaltijd op smaak te brengen. Let er hierbij goed op dat er geen zout aan toegevoegd is.
    Voorbeelden van specerijen zijn peper, nootmuskaat, foelie, kruidnagel, kaneel, kerrie, mosterdpoeder en gember. Voorbeelden van kruiden zijn peterselie, dille, bieslook, basilicum, bonenkruid, koriander, rozemarijn en tijm.
  • Groente uit blik of glas bevatten veel zout. Gebruik daarom verse groente of groente naturel uit de diepvries. Kook de groente zonder zout met weinig water, zo kort mogelijk voor meer behoud van smaak.

Etiket lezen

Op de verpakking van veel voedingsmiddelen staat de voedingswaarde vermeld waarop aangegeven is hoeveel zout het voedingsmiddel bevat. Dit staat meestal per 100 gram vermeld of per portie. Vergelijk het voedingsmiddel eens met andere voedingsmiddelen binnen dezelfde productcategorie. Zo krijg je meer inzicht in de hoeveelheid zout in het voedingsmiddel. Het filmpje van het voedingscentrum geeft hierover meer uitleg.

Sommigen fabrikanten zetten een claim op het etiket. Claims zijn beweringen die letterlijk zijn vastgelegd. Hieronder enkele voorbeelden met de betekenis ervan:

  • Verlaagd natrium of zout: het product bevat minimaal 25% minder zout dan een vergelijkbaar product
  • Natriumarm of zoutarm: minder dan 0,3 gram zout of 0,12 gram natrium per 100 gram.
  • Zeer laag natrium- of zoutgehalte: minder dan 0,1 gram zout of 0,04 gram per 100 gram.
  • Natriumvrij of zoutloos: minder dan 0,0125 gram zout of 0,005 gram per 100 gram. 
  • Geen natrium/zout toegevoegd: aan het product is geen natrium of zout toegevoegd. Het product bevat maximaal 0,12 gram natrium of 0,3 gram zout per 100 gram.

Zoutsoorten met minder natrium

Zeezout bevat evenveel natrium als keukenzout. Ook selderijzout, knoflookzout en uienzout bestaan voor het grootste deel uit keukenzout of zeezout. Mineraalzout en halvazout (bijv. Losalt, Jozo Vitaal, Jozo Bewust) bevatten de helft van de hoeveelheid natrium die zich in keukenzout bevindt. Als vervanger van zout bestaat er dieetzout. Dieetzout bevat geen natrium, maar wel veel kalium. Overleg voor gebruik met je diëtist.

Drop en zoethout

Drop, zoethout en zoethoutthee bevatten zoethoutwortelextract (glycyrrizine). Deze stof verhoogt de bloeddruk en wordt daarom afgeraden in het natriumbeperkte dieet. Het komt voor in alle dropsoorten (zoete en zoute drop, Engelse drop) en in keelpastilles zoals Pottertjes en Wybertjes, bepaalde kruidentheesoorten zoals sterrenmix en hoestdranken.

Doe de test: Zoutmeter

De Zoutmeter is een online hulpmiddel die inzicht geeft in het eigen zoutgebruik, de grootste boosdoeners laat zien, en tips en alternatie­ven geeft. Doe de test op www.zoutmeter.com

Cafeïne

Hoge concentraties cafeïne kunnen leiden tot toename van de groei van de cysten. Daarom wordt geadviseerd om een cafeïnebeperking na te streven van maximaal 200 mg per dag.

Waar zit het in?

Cafeïne is ook bekend als coffeïne, theïne, matheïne en guaranine.

Cafeïne zit van nature in koffiebonen, theebladen en cacaobonen. Producten waar we dan over praten zijn koffie, thee, cola, ijsthee, chocolade en chocolademelk, energiedrankjes, energieshots en drankjes met guarana. Tegenwoordig zijn er ook verschillende producten met extra cafeïne op de markt, zoals kauwgom, snoep en water. 

Hoeveel zit erin?

Het cafeïnegehalte van een kop koffie en thee hangt af van de soort, hoe sterk het is gezet en de grootte van de kop. Cafeïnevrije koffie, kruidenthee en cafeïnevrije cola zijn goede vervangers. Een kopje cafeïnevrije koffie is niet helemaal cafeïnevrij. Het bevat nog 2 tot 4 milligram cafeïne. In koffievervangers, zoals Bambu, zit helemaal geen cafeïne. Cafeïne maakt vanwege de vaatverwijdende werking soms ook deel uit van medicijnen zoals pijnstillers en pillen tegen hoofdpijn. Het advies is om bij gebruik van pijnstillers, pijnstillers te gebruiken zonder toegevoegd cafeïne.

Het gemiddelde cafeïnegehalte staat in de tabel hieronder.

Product 

Cafeïne (mg) per 100 ml 

of 100 gr.

Standaard eenheid  Eenheid (mg) per eenheid 
koffie (filter) 70 kopje 125 ml 85
koffie (instant, oplos) 50 kopje 125 ml 60
koffie, espresso 130 kopje 50 ml 65
koffie, decafé 2,5 kopje 125 ml 3
thee, zwart (gewoon) 30 kopje 125 ml 40
thee, groen 15 kopje 125 ml 20
thee, rooibos of kruiden 0 kopje 125 ml 0
cola 10 glas 180 ml 18
ijsthee 9 glas 180 ml 16
energiedrank 30 blikje 250 ml 80
energieshot 135 blikje 60 ml 80
chocolademelk 2 beker 180 ml 4
chocolade, puur 40 30 gram 14
chocolade, melk 20 30 gram 8

Vocht

Bij ADPKD is de nier minder goed in staat om de urine te concentreren. De structuur van het niermerg is door de vele cysten veranderd, dit leidt tot een verminderd concentrerend vermogen. Hierdoor is het gemiddelde 24-uurs urine volume bij mensen met ADPKD groter dan normaal. Hierdoor kun je wat 'uitdrogen'.

De benodigde vochtintake hiervoor bedraagt dan 3-4 liter. Om perioden van uitdroging te voorkomen is het belangrijk om ook in de avond en nacht voldoende te drinken.

Wat te drinken?

Het overgrote deel van drinkvocht moet gehaald worden uit dranken zonder cafeïne. Daarnaast heeft het de voorkeur te kiezen voor:

  • zuivel (melk- en melkproducten) in een hoeveelheid volgens de Richtlijnen Goede Voeding of het advies wat je van de diëtist hebt gekregen;
  • caloriearme dranken om het risico op het ontstaan van overgewicht te verlagen (bijv. water, frisdrank light (geen cola) of ranja light)

Voedingstoestand

ADKPD is een risicofactor voor ondervoeding. De nieren (en lever) kunnen soms sterk vergroot zijn en drukken dan tegen de maag waardoor een vol gevoel ervaren kan worden. Daarnaast kan de eetlust ook negatief worden beïnvloed door het gebruik van 3-4 liter drinkvocht. Aandacht voor de voedingstoestand is dan ook van groot belang. 

Mocht je klachten ervaren met het eten en drinken, maak dit dan bespreekbaar met je behandelend arts of diëtist. 

Nastreven van een gezond gewicht

Er zijn aanwijzingen dat overgewicht het een belangrijke rol speelt in het beloop van cystenieren. Aanbevolen wordt om een gezond gewicht in stand te houden of af te vallen bij overgewicht. 

Meer informatie

Vragen

Heb je nog vragen of zijn er onduidelijkheden? Neem dan contact op met je diëtist of afdeling diëtetiek.

  • Diëtetiek: 0413 - 40 22 50.