Voeding tijdens opname voor patiënten met diabetes mellitus
Je bent in het ziekenhuis opgenomen niet vanwege je diabetes maar wel om andere redenen. Aangezien een opname van invloed kan zijn op de instelling van je diabetes lees je in deze folder wat je kunt verwachten tijdens je opname.
Instelling tijdens opname
Bij de behandeling van diabetes streven wij ernaar je bloedglucosegehalte zo constant mogelijk te houden, tussen de 4 en 10 mmol/l. Tijdens je opname in het ziekenhuis kan je bloedglucosegehalte minder constant zijn dan je thuis gewend bent. Factoren als lichaamsbeweging, eetpatroon, ziekte, koorts en stress beïnvloeden de hoogte van je bloedglucosegehalte. Daarom wordt tijdens je opname regelmatig een dagcurve geprikt om het verloop van de bloedglucosewaarden in de gaten te houden. Eventueel worden tijdelijk je medicijnen, je tabletten en/of insuline, aangepast.
Voeding tijdens opname
Het is belangrijk dat je in het ziekenhuis blijft eten zoals je thuis bent gewend en dus ook ingesteld bent. De gastvrouw vraagt je wat je gewend bent te eten en drinken. Het kan gebeuren dat je tijdens de opname last hebt van slechte eetlust. Om je bloedglucosegehalte constant te houden is het verstandig dat je toch probeert je normale koolhydraatbevattende voedingsmiddelen te vervangen. Bijvoorbeeld in plaats van een boterham neem je een schaaltje vla of pap. Voor nadere adviezen over vervangingen kun je bij de gastvrouw of diëtist terecht.
Van de gastvrouw krijg je dagelijks een menukaart. Het normale menu in het ziekenhuis is ook geschikt voor diabeten. Je kunt hier een gevarieerde voeding uit samenstellen. Er staan op de menukaart voedingsmiddelen met suiker zoals jam, vla, vruchtenyoghurt en appelmoes. Als deze voedingsmiddelen in jouw dieet passen, kun je deze gewoon bestellen.
Ongewenst gewichtsverlies
Er is een kans dat je door ziekte ongewenst bent afgevallen. Om verder gewichtsverlies tijdens opname te voorkomen en zo mogelijk aan te sterken kan het nodig zijn om tijdelijk energie- en eiwitrijker te eten dan je thuis gewend bent. De diëtist bespreekt dit met jou.
Basisadviezen bij diabetesvoeding
Tijdens je opname komt er niet standaard een diëtist bij je langs om jouw voeding te bespreken. Alleen bij vragen en problemen zorgt de verpleegkundige of gastvrouw ervoor dat er een diëtist met jou over de voeding komt praten.
In de praktijk blijkt dat het voor sommige diabeten (erg) lang geleden is dat zij uitleg gekregen hebben over de voeding bij diabetes. Als basis gelden de richtlijnen goede voeding, uitgaande van een gewone gezonde voeding.
Daarnaast gelden voor diabeten de volgende extra aandachtspunten:
- Let op de hoeveelheid koolhydraten in uw voeding en eet de koolhydraatbevattende voedingsmiddelen gelijkmatig over de dag.
- Vervang de hoeveelheid verzadigd vet door onverzadigd vet.
- Zorg ervoor dat je voeding voldoende vitaminen en mineralen bevat.
Koolhydraten in de voeding
Koolhydraten is een verzamelnaam voor zetmeel en alle soorten suiker die in de voeding voorkomen. Koolhydraten zitten o.a. in brood, aardappelen, rijst, pasta's, groente, fruit, melkproducten en natuurlijk alle zoetwaren. De koolhydraten worden door het lichaam afgebroken tot glucose en deze glucose komt weer in het bloed terecht als energiebron van het lichaam.
De koolhydraten uit de voeding zorgen ervoor dat het glucosegehalte van het bloed stijgt. Als de koolhydraatbevattende voedingsmiddelen regelmatig over de dag gegeten worden is de stijging van het bloedglucosegehalte beperkt. Voor veel diabeten betekent dit kleinere hoofdmaaltijden en drie keer per dag een kleine tussenmaaltijd (een zogenaamd tussendoortje). In jouw dieet staat hoe je de koolhydraten uit de voeding het beste over de dag kan verdelen.
Als je thuis gewend bent om koolhydraatarm brood te gebruiken vragen wij jou dit van thuis mee te laten nemen en dit te melden bij de gastvrouw van de afdeling.
Hoeveelheid en soort vet
Vet eten is een ongezonde gewoonte. Men wordt er snel te dik van en het verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. Bij mensen met diabetes is het risico van hart en vaatziekten hoger dan bij mensen zonder diabetes. Een extra reden dus om de hoeveelheid verzadigd vet in de voeding te vervangen door onverzadigd vet. Verzadigd vet levert meer risico op hart en vaatziekten, onverzadigd vet is zelfs gunstig voor hart- en vaatziekten.
Verzadigde vetten zitten in kaas, vlees, vleeswaren, chocolade, harde margarinesoorten, roomboter en alles wat van deze producten gemaakt is.
Onverzadigd vet zit in olie, dieetmargarine, vloeibare bak- en braadproducten, vette vis en noten.
Vitaminen en mineralen
Voldoende vitaminen en mineralen heeft iedereen nodig, ook mensen met diabetes. Er wordt daarom aanbevolen om zoveel mogelijk gevarieerd te eten en dagelijks 250 gram groente en 2 stuks fruit te eten.
Vragen
Met vragen over jouw voeding kun je in eerste instantie terecht bij de verpleegkundige en gastvrouw van de afdeling waar je bent opgenomen. Indien nodig zal de verpleegkundige overleggen met de diëtist van het ziekenhuis.