Skip to Content

Voeding bij COPD en overgewicht

Deze brochure is bedoeld voor mensen met COPD en overgewicht. De brochure bevat algemene informatie over de rol van voeding bij COPD wanneer er sprake is van overgewicht.

Wat is COPD?

De afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease en is een verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem. Deze longaandoeningen zijn blijvend en geven verschillende klachten zoals kortademigheid, vermoeidheid en chronisch hoesten met opgeven van slijm.

De klachten bij COPD zijn afhankelijk van het stadium waarin de aandoening zich bevindt. Bij beginnende COPD is er voornamelijk sprake van veel hoesten met daarbij opgeven van slijm en kortademigheid. Deze kortademigheid zal in eerste instantie alleen plaatsvinden bij zware lichamelijke inspanningen. Naarmate de COPD zich in een verder gevorderd stadium bevindt zal de kortademigheid zich ook bij minder zware inspanningen en uiteindelijk ook in rust voordoen.

Doordat deze klachten zich voornamelijk ’s nachts en in de vroege ochtend voordoen, kan door de COPD chronische vermoeidheid ontstaan. Deze klachten kunnen allemaal hun uitwerking hebben op de energiebehoefte en de voedselinname.

COPD en lichaamsgewicht

De BMI is een waarde die aangeeft of je een gezond gewicht hebt. BMI staat voor Body Mass Index en geeft de verhouding weer tussen het lichaamsgewicht en de lichaamslengte. Op de site van het voedingscentrum (Voedingscentrum.nl) kun je je BMI berekenen. Je kunt je BMI zelf berekenen door je gewicht in kilo's en je lengte in meters te noteren. Deel je gewicht door je lengte, en deel de uitkomst nogmaals door je lengte.

Voor mensen met COPD geldt dat een BMI tussen de 21 - 25 wijst op een gezond gewicht en een BMI van 25-30 wijst op overgewicht. Bij mensen met COPD wordt een BMI tussen de 25-30 echter ook als gunstig gezien omdat onderzoek aangeeft dat deze mensen minder kans hebben op infecties en op ziekenhuisopnames.

Wanneer je BMI tussen de 27-30 is en je aanvullende lichamelijke klachten hebt  van je overgewicht naast de COPD is het raadzaam om onder begeleiding van een diëtist gewichtsafname te bereiken.

Een BMI boven de 30 geeft vaak lichamelijke klachten met name rugklachten en gewrichtsklachten. Tevens is een te hoog gewicht een risicofactor voor een hoge bloeddruk, diabetes mellitus (suikerziekte), hart en vaatziekten en slaapapnoe.

Als je dus COPD hebt is het goed als je BMI tussen de 21 en 30 ligt, mits je geen aanvullende klachten hebt.

Door je wekelijks of om de week te wegen kun je in de gaten houden of je gewicht stabiel blijft.

Het is verstandig om een diëtist te raadplegen wanneer:

  • bij jou COPD geconstateerd is en
    • je BMI hoger is dan 30
    • je BMI hoger is dan 27 en je aanvullende lichamelijke klachten hebt
    • je onbedoeld aankomt
    • je een trainingstherapie bij de fysiotherapeut gaat volgen
    • je overige voedingsgerelateerde vragen hebt.

De rol van voeding bij COPD en overgewicht

Door de klachten van de COPD kan het zijn dat je minder energie verbruikt. Kortademigheid en vermoeidheid kunnen ervoor zorgen dat je veel minder beweegt dan voorheen. Daardoor gaat ook je energiebehoefte naar beneden. Als je in dit geval blijft eten wat je altijd gewend was, kan je onbedoeld aankomen. Daarom is het belangrijk dat je je voeding aanpast aan jouw behoefte. Daarnaast is het van belang dat je ondanks de vermoeidheid of kortademigheid in beweging blijft. Dit houdt je conditie en spiermassa op peil en voorkomt het onbedoeld aankomen.

Verder kunnen medicijnen zoals Prednison ervoor zorgen dat de vetverdeling van je lichaam verandert waardoor je dikker kunt worden in het gezicht en de romp. Bovendien kunnen ze zorgen voor een toename van de eetlust en het vasthouden van vocht.

Voedingsrichtlijnen

Het Voedingscentrum heeft richtlijnen opgesteld die ervoor kunnen zorgen dat je dagelijks voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt. De hoeveelheden staan in onderstaande tabel:

De diëtist zal samen met jou bespreken welke hoeveelheden aan voedingsmiddelen binnen je advies passen om te komen tot een gewichtsreductie waarbij er rekening gehouden wordt met je COPD en/of je trainingsschema.

Eiwitten

Met name eiwitten spelen een belangrijke rol bij COPD. Eiwitten zijn de bouwstoffen voor het lichaam. Het eten van voldoende eiwitten zorgt er in combinatie met voldoende beweging voor dat je spieren in stand worden gehouden. Eiwitrijke voedingsmiddelen zijn onder andere melkproducten, kaas, vlees en vleeswaren, vis, en ei, de voorkeur gaat uit naar magere eiwitrijke producten. Zie de voedingsrichtlijnen voor het gebruik van de juiste hoeveelheden.

Calcium en vitamine D

Mensen met COPD hebben een verhoogd risico op botontkalking wat vervolgens de kans op botbreuken verhoogd. Dit komt onder andere door het gebruik van bepaalde medicijnen. Ook een verminderde lichamelijke activiteit verhoogt de kans op botontkalking. Het risico neemt verder toe wanneer je dagelijkse voeding te weinig calcium en vitamine D bevat.

Calcium komt vooral voor in zuivelproducten zoals melk en kaas. Brood, groenten, peulvruchten en aardappelen bevatten veel minder calcium dan zuivelproducten, maar dragen wel bij aan de totale calciumvoorziening. Als je helemaal geen zuivelproducten eet of drinkt is de kans op te weinig calcium groot.

Voldoende vitamine D zorgt voor een goede opname van calcium in de darmen. Je krijgt dagelijks voldoende vitamine D als je regelmatig buiten bent, een gevarieerde voeding en voldoende halvarine, margarine en bak- en braadproducten gebruikt. Toch kan het zijn dat je niet voldoende vitamine D binnenkrijgt.

De Gezondheidsraad adviseert aan onderstaande groepen om dagelijks een vitamine D supplement van 10 microgram per dag te nemen:

  • personen tussen de 4 en 50 jaar met een donkere (getinte) huidskleur en/of niet genoeg buitenkomen of een hoofddoek of sluier dragen
  • vrouwen van 50 t/m 69 jaar.

Voor onderstaande groepen wordt 20 microgram extra aan vitamine D aanbevolen:

  • personen met botontkalking
  • personen die in een verzorging- of verpleeghuis wonen
  • mannen en vrouwen vanaf 70 jaar.

Specifieke voedingsproblemen

Vermoeidheid

Het kan zijn dat je te moe bent om te koken of boodschappen te halen.

  • Bereid, wanneer je je wat fitter voelt, meerdere porties. Deze porties kun je 1-2 dagen bewaren in de koelkast of invriezen.
  • Bij veel supermarkten is het mogelijk om boodschappen te laten bezorgen tegen een kleine vergoeding.
  • Wanneer het koken te veel energie kost kun je gebruik maken van maaltijden van een maaltijdservice of gaan eten bij een Eetpunt van Brabantzorg, indien je hierover meer informatie wilt, kun je dit bespreken met de diëtist.
  • Het kan zijn dat het eten zelf te veel energie kost. In dat geval kan het zinvol zijn om vloeibare maaltijden te gebruiken, zoals vla, pap en/of ontbijtdrank.
  • Snijd het eten in kleine stukjes of pureer het met behulp van een keukenmachine of staafmixer.
  • Verdeel het eten goed over de dag. Kleinere maaltijden kosten vaak minder energie dan een uitgebreide maaltijd.

Slijmvorming

Slijmvorming wordt niet veroorzaakt door de voeding. Wel kunnen (zoete) melkproducten een plakkerig gevoel in de mond geven, dat je als slijm kunt ervaren. Enkele adviezen om het slijm minder hinderlijk te maken.

  • Probeer of friszure dranken en melkproducten, zoals vruchtensap, thee met citroen, karnemelk, yoghurt of kwark, beter gaan dan zoete melkproducten. Zure melkproducten geven namelijk een minder plakkerig gevoel in de mond.
  • Ook sojamelkproducten geven een minder plakkerig gevoel in de mond dan koemelkproducten.
  • Neem een slok water na het gebruik van (zoete) melkproducten.
  • Zuig langzaam op een vitamine-C-tablet.
  • Verwijder taai slijm met een zachte tandenborstel of een gaasje.

Droge mond

Een droge mond kan ontstaan door zuurstoftherapie, onjuiste ademhalingstechniek en medicatie. Hierdoor is er een grotere kans op infecties in de mond, pijnklachten, smaakstoornissen en problemen met de voedselinname. Enkele adviezen bij een droge mond.

  • Neem bij vast voedsel op tijd een slokje drinken.
  • Maak veel gebruik van producten die de maaltijd smeuïg maken zoals jus, saus of smeerbaar beleg.
  • Vervang brood door pap, vla of (drink)yoghurt.
  • Stimuleer de speekselklieren door middel van friszure producten, kauwgom, ijsblokjes of zuurtjes.
  • Zorg voor een goede mondhygiëne.

Kortademigheid

De kortademigheid kan toenemen tijdens het eten. Ook kost het veel
energie om het eten klaar te maken, te slikken en te kauwen.

  • Zorg voor een juiste lichaamshouding.
  • Gebruik de juiste ademhalingstechniek tijdens het eten.
  • Eet langzaam en kauw goed. Slik een hap in één keer door en adem diep in voordat je de volgende hap neemt.
  • Gebruik het ontbijt voordat je je gaat wassen en aankleden.
  • Maak het eten eventueel de voorafgaande avond al klaar.
  • Eet voedsel dat je gemakkelijk kunt kauwen zoals bijvoorbeeld zacht vlees, gehakt, vis, ei, gekookte groenten, stamppot of pasta.
  • Het is belangrijk je medicijnen op de juiste manier en op het juiste tijdstip te gebruiken.

Gebrek aan eetlust door een opgeblazen gevoel

Mogelijke oorzaken van een opgeblazen gevoel zijn kortademigheid tijdens het eten, gehaast eten, nervositeit, weinig lichaamsbeweging en gasvormende voedingsmiddelen.

  • Eet langzaam en kauw goed. Eet vaker kleine hoeveelheden.
  • Vloeibare voedingsmiddelen passeren de maag sneller dan vast voedsel.
  • Voedingsmiddelen die koud zijn of op kamertemperatuur verlaten de maag sneller dan warme gerechten.
  • De volgende gasvormende voedingsmiddelen kunnen klachten geven: uien, spruiten, koolsoorten, prei, peulvruchten, komkommer, radijs, meloen, avocado’s en koolzuurhoudende dranken.

Obstipatie

Een moeilijke stoelgang kan komen door het gebruik van bepaalde medicijnen, door te weinig eten of te weinig voedingsvezels, door weinig drinken of door weinig lichaamsbeweging.

  • Drink bij een moeilijke stoelgang minimaal 2 liter vocht. Dit betekent 13 glazen of 16 kopjes vocht per dag. Ook soep, vla, yoghurt en dergelijke tellen mee. Voldoende vocht maakt de ontlasting soepel.
  • Sla het ontbijt niet over.
  • Kies voedingsmiddelen met veel voedingsvezels zoals: bruin- en fijn volkorenbrood, volkorenbeschuit, volkoren ontbijtkoek en graanproducten.
  • Kies voor vers fruit, vruchtenmoes, vruchtendrank met extra voedingsvezels, pruimen en vruchtensap met vruchtvlees.
  • Neem voldoende groente, zowel gekookt als rauw.
  • Neem voldoende aardappelen, (volkoren)pasta en (zilvervlies)rijst.
  • Stoppende voedingsmiddelen bestaan niet.  Banaan, witbrood, beschuit en geraspte appel zijn dus geen stoppende producten en kun je dus gewoon gebruiken.

De rol van beweging bij COPD

Ondanks de vermoeidheid of de kortademigheid is het goed als je er voor zorgt dat je in beweging blijft! Dit houdt e conditie en spiermassa op peil en voorkomt dat je aankomt.

Vraag je fysiotherapeut om nader advies over je  beweegmogelijkheden en beweegprogramma.

Meer informatie

Longfonds.nl

Luchtpunt.nl

Voedingscentrum.nl

 

Bron: Voeding en COPD, folder van Landelijk Diëtisten Netwerk COPD