Skip to Content

Verwijderen van de lymfeklieren in de oksel (okselklierdissectie)

Je hebt samen met je behandelaar besloten om alle lymfeklieren uit je oksel te laten verwijderen. Omdat er bij jou klieren met tumorcellen zijn gevonden, worden alle lymfeklieren uit je oksel weggehaald. Dit heet een okselklierdissectie. In deze folder lees je wat je kunt verwachten voor, tijdens en na de operatie

Wat is het lymfestelstel?

Het lymfestelsel is een nuttig systeem om allerlei afvalstoffen uit het lichaam te verwijderen. Het bestaat uit lymfeklieren die te vergelijken zijn met zuiveringsstations. Lymfeklieren staan in onderling contact door middel van lymfebanen, die uiteindelijke uitmonden in de bloedcirculatie. In de lymfeklieren worden bacteriën, virussen en andere ziekteverwekkers onschadelijk gemaakt. Om deze afvalstoffen te kunnen vervoeren is het lymfestelsel gevuld met vocht.

Wat is een operatie waarbij de lymfeklieren uit de oksel worden verwijdert?

De chirurg verwijdert alle lymfeklieren in de oksel, die bij de aangetaste borst of bij het melanoom  horen. De huid wordt onderhuids gehecht. De operatie gebeurt onder narcose, je slaapt dus tijdens de ingreep.

Voorbereiding op de operatie

Preoperatief spreekuur, telefonisch of in het ziekenhuis. Je hebt een gesprek met:

  • een anesthesioloog (arts voor de verdoving)
  • een apothekersassistent
  • een informatieverpleegkundige

Zij geven uitleg over de narcose en bespreken welke medicijnen je wel of niet mag gebruiken.

Let op: neem een actueel medicatieoverzicht mee van je apotheek.

Wat moet je zelf doen vóór de operatie?

  • Niet roken of alcohol drinken vanaf 24 uur voor de operatie.
  • Douche of neem een bad.
  • Verwijder make-up, nagellak, crème en bodylotion.
  • Knip je nagels kort en verwijder één kunstnagel.
  • Draag geen sieraden, piercings of contactlenzen.
  • Voel je je ziek of heb je koorts de dag vóór de operatie? Bel dan met patiënten-planning: 0413 - 40 19 17.

Opname in het ziekenhuis

De dag van de operatie

Meld je op tijd bij de verpleegafdeling in Bernhoven. Een verpleegkundige:

  • wijst je de kamer en je bed,
  • stelt je enkele vragen,
  • controleert je temperatuur en polsslag,
  • helpt je voorbereiden op de operatie.

Tijdens de operatie

  • Je krijgt narcose.
  • De chirurg verwijdert alle lymfeklieren uit de aangedane oksel.
  • De wond wordt onderhuids gehecht. Er zitten hechtpleisters op het litteken. Deze mag je niet zelf verwijderen.
  • Hierop krijg je een drukpleister. Deze mag je na 24 uur verwijderen.

Na de operatie

  • Je wordt wakker op de uitslaapkamer.
  • We meten je bloeddruk en zuurstof.
  • Je krijgt een infuus.
  • Je mag vaak al snel wat eten en drinken.
  • Je blijft meestal 1 nacht in het ziekenhuis.

Klachten na de operatie

Het is normaal om na de operatie klachten te hebben, zoals:

  • Minder gevoel rond het litteken.
  • Beurs gevoel in het operatie gebied.
  • Vochtophoping (seroom) in de oksel kan zich voordoen als een voelbare zwelling die aanvoelt alsof er een bal in de oksel zit. Mocht er meer vocht in het wondgebied ophopen en je spanning of ongemak ervaren in dit gebied, neem dan contact op met de verpleegkundig specialist.
  • Deze klachten verdwijnen meestal binnen een paar weken.

Naar huis

Je mag meestal de volgende dag naar huis. Soms is het nodig om een dagje langer te blijven

Adviezen voor thuis

Wondverzorging

  • Op je wond zitten hechtpleisters en een drukpleister.
  • Verwijder de drukpleister na 24 uur om blaren of huidirritatie te voorkomen.
  • Na 48 uur mag je weer douchen met doucheschuim of shampoo.
  • De hechtpleisters laat je zitten. Die worden verwijderd tijdens je controleafspraak.
  • Als ze eerder vanzelf loslaten of eraf vallen, is dat niet erg.
  • Baden mag de eerste 2 weken niet, omdat de wond dan te week wordt.
  • Na 2 weken mag je deodorant gebruiken en de oksel weer ontharen.
  • Het is normaal dat je oksel tijdelijk wat gezwollen of verkleurd is. Dit gaat vanzelf over.
  • Als je met een drain naar huis gaat, krijg je daar aparte uitleg over.

Medicijnen en pijnstilling

Je mag 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol nemen. Als het nodig is, schrijven wij extra pijnstilling voor.

Algemene leefadviezen

  • Na de operatie mag je starten met lichte activiteiten. Kijk daarbij goed hoe jij je voelt.
  • Het is belangrijk dat je jouw arm blijft bewegen zonder zware belasting. Zo blijft je schouder soepel.
  • Wees de eerste 2 weken voorzichtig. Probeer je arm niet te zwaar te belasten.
  • Start de tweede dag na de operatie met de armoefeningen 1, 2 en 3. Zie oefeningen later in deze folder.
  • Vanaf de tweede week kun je de armoefeningen rustig uitbreiden met oefening 4 tot en met 7.
  • Indien je merkt dat je moeite hebt of krijgt met de armoefeningen bespreek dit dan met je behandelaar. De behandelaar kan je een verwijzing geven voor oefentherapie bij de fysiotherapeut.
  • Je mag weer gaan werken of sporten als je denkt dat je daar klaar voor bent. Twijfel je? Vraag het je zorgverlener.
  • Fietsen en autorijden mag als je denkt dat het veilig is. Oefen eerst op een rustige plek.

Controle op de polikliniek

Je krijgt 2 afspraken mee:

  1. Wondcontrole bij de verpleegkundig specialist. Na ongeveer 1 week. De operatiepleister wordt dan verwijderd.
  2. Ongeveer 2 weken na de operatie kom je terug voor controle bij de chirurg, vaak samen met de verpleegkundig specialist. Je krijgt dan:
    • de uitslag van het weefselonderzoek,
    • uitleg over eventuele nabehandeling, zoals bestraling of medicijnen.

Het is fijn als je bij dit gesprek een naaste meeneemt.

Mogelijke nabehandeling

Als er bestraling nodig is, dan gebeurt dit bij het Verbeeten Instituut. Je ontvangt hiervoor een uitnodiging voor:

  • een intakegesprek
  • een planningsscan

Soms volgt nog een behandeling met medicijnen (zoals hormoontherapie of chemotherapie). Dit bespreek je met de verpleegkundig specialist oncologie.

Bij melanoom kan het advies bestaan uit een gesprek in het Radboudumc voor eventuele immunotherapie.

Vragen?

Heb je na het lezen van deze folder nog vragen? Neem gerust contact op met het borstcentrum. Je kunt ons elke werkdag bellen tussen 10.00 en 12.00 uur.

Verpleegkundig Specialist

Mariëlle 0413 - 40 26 61 mariëlle.hendriks@bernhoven.nl
Anita 0413 - 40 26 16 anita.vandeven@bernhoven.nl 
Elise 0413 - 40 26 60 e.smit@bernhoven.nl

 

Adviezen over bewegen en voorkomen en verminderen van lymfoedeem

Je bent geopereerd aan de lymfeklieren in de oksel. Met onderstaande informatie adviseren we je over bewegen en leefregels. Zo kun je klachten voorkomen of verminderen. De mogelijke klachten zijn bewegingsbeperkingen (verminderde arm- en schouderbeweging), pijn en lymfoedeem.

Wat is lymfoedeem? 

Lymfoedeem is een abnormale ophoping van vocht tussen de weefsels. Het kan ontstaan in de oksel, borstwand en arm. Bij lymfoedeem is een deel van de normale afvoerroute van lymfevocht verstoord. Het lymfevocht kan hierdoor niet goed weg. Het lymfevocht zal een nieuwe afvoerroute moeten zoeken.

Symptomen van lymfoedeem:

  • zwaar of vermoeid gevoel van de arm
  • eventuele zwelling van de arm
  • eventuele zwelling van de borstwand
  • eventuele zwelling van de rug
  • sieraden of kleding zitten strakker of knellen
  • pijn en tintelend gevoel bij ernstige lymfoedeem

Lymfoedeem is geen seroom  

Seroom is een ophoping van wondvocht en lymfevocht in de oksel. Dit kan gebeuren vlak na de operatie en eventueel na bestraling. Een teveel aan vocht in het operatiegebied kan worden behandeld met een seroompunctie.

Risico op lymfoedeem

Lymfoedeem kan optreden na een operatie en/of bestraling van de okselklieren. Waarom de een wel lymfoedeem krijgt en de ander niet, is niet duidelijk. Overgewicht vergroot het risico op lymfoedeem. Lymfoedeem kan jaren na het verwijderen van de lymfeklieren ontstaan. Daarom is het belangrijk om het te blijven voorkomen.

Algemene leefregels ter voorkoming van lymfoedeem

Hieronder lees je een aantal algemene leefregels. Je hoeft de lijst niet te zien als een opsomming van verboden en geboden. Let op de signalen van je lichaam. Oefenen en normale beweging zijn juist goed. Door beweging van de spieren stroomt het lymfevocht beter weg.

  • voorkom wondjes en infecties aan arm en hand
  • voorkom afknelling van de lymfevaten in arm en schouder
  • beweeg binnen je eigen mogelijkheden
  • bouw kracht en conditie op als je meer wilt doen dan nu lukt

Hoe voorkom je wondjes en infecties aan de arm en hand?

  • probeer wondjes te voorkomen
  • ontsmet wondjes met een desinfecterend middel en doe er een pleister op
  • verzorg je huid en vet je huid regelmatig in
  • gebruik niet te veel zeep
  • zorg voor schone nagels en handen
  • zorg dat je huid niet verbrandt, gebruik een zonnebrand (sunblock)
  • draag handschoenen bij ruwe karweitjes
  • wees voorzichtig met prikken, snijden en branden
  • laat bloedprikken of een infuus bij voorkeur niet in de aangedane arm doen
  • krab puistjes en insectenbeten niet open
  • gebruik bij het ontharen een crème of ladyshave (geen mesjes)
  • pas op met langdurig zonnebaden

Hoe voorkom je afknelling van lymfevaten in de arm en schouder?

  • draag een goed passende bh met brede schouderbandjes
  • koop bij voorkeur geen zware prothese
  • draag geen knellende kleding, sieraden of mouwophouders
  • laat bij voorkeur geen bloeddruk meten aan de geopereerde zijde

Vliegreizen

Tijdens vliegreizen hebben veel mensen dikkere handen of voeten door het drukverschil.
Probeer tijdens de reis wat te bewegen.

Wat te doen als je toch klachten krijgt?

Lymfoedeem kan toch ontstaan. De symptomen kunnen zich voordoen in arm, hand, oksel, borst of rug:

  • een zwaar, gespannen of moe gevoel
  • zwelling (eventueel tijdelijk)
  • functieverlies of bewegingsbeperking
  • pijn en/of tintelingen

Probeer de arm rustig te blijven bewegen, zonder te veel inspanning. Als de klachten niet minder worden, neem dan contact op met het borstcentrum. Je behandelaar verwijst je dan naar een oedeemtherapeut of huidtherapeut.

Behandeling van lymfoedeem

Als je last krijgt van lymfoedeem, beoordeelt je arts de oorzaak. Bij een infectie krijg je antibiotica. Als er geen infectie is of als de klachten blijven, zijn er meerdere behandelingen mogelijk. Je wordt dan verwezen naar een oedeemtherapeut.

De behandeling kan bestaan uit:

Manuele lymfedrainage

De therapeut maakt een zachte, pompende beweging op de huid. Hierdoor wordt het fijne netwerk van lymfevaten geactiveerd.

Fibrosegrepen

Speciale handgrepen waarmee verhard weefsel soepeler wordt gemaakt.

Ambulante compressietherapie

Dit is een combinatie van zwachtelen door de therapeut en bewegen door jou. Waar niet gezwachteld kan worden, kan lymftape worden gebruikt. Na het stimuleren van de vochtafvoer volgt zwachtelen en het aanmeten van een therapeutische kous.

Zelfmassage

Je kunt zelf helpen om het lymfevocht beter te laten stromen. Je leert dit van de oedeemtherapeut. Blijf dit ook doen als de behandeling klaar is.

Komt het zware gevoel terug of wordt de arm dikker? Dan moet je vaker masseren of de kous dragen. Lukt het niet om de klachten zelf te verminderen? Neem dan contact op met je therapeut.

Bij beginnend oedeem kan zelfmassage en een kous soms voldoende zijn. Het is belangrijk om te weten dat lymfoedeem niet altijd te verhelpen is. Het doel is dan om te leren leven met lymfoedeem.

Armoefeningen

Voor alle oefeningen geldt het volgende:

  • Probeer je schouderoefeningen dagelijks te doen.
  • Doe elke oefening vijf tot tien keer.
  • Zorg ervoor dat je hierbij geen pijn hebt, maar beweeg wel maximaal.
  • Een rekgevoel mag, pijn niet.
  • Houd elke rek vier tot vijf tellen vast en adem rustig door.

Let op een goede houding:

  • Sta of zit rechtop, laat je schouders niet afhangen maar trek ze iets naar achter.
  • Vermijd verende bewegingen met de armen.

Ook na het oefenen mag je geen pijn hebben. Heb je dat wel? Oefen de volgende keer minder intensief.

Oefening 1

Beweeg je arm gestrekt voorwaarts. Wanneer je nog een wonddrain heeft, ga dan niet verder naar boven dan de tekening aangeeft.

Oefening 2

Bij deze oefening je armen langs je lichaam laten hangen. Vervolgens een aantal keren je schouders optrekken en weer ontspannen.

Oefening 3

Ga een stukje (15 cm) van de muur staan en 'krabbel' met beide handen tegelijkertijd langs de muur naar boven. 

Oefening 4

Je handen achter je rug in elkaar houden. Vervolgens je armen gestrekt omhoog brengen.

Oefening 5

Je handen in elkaar vouwen. Daardoor wordt je arm aan de geopereerde kant gesteund. Je armen zo ver mogelijk gestrekt omhoog brengen.

Oefening 6

Je handen achter je oren tegen je achterhoofd leggen en vervolgens je vingers ineen strengelen. Houd je ellebogen eerst ontspannen naar voren en breng ze daarna zo ver mogelijk naar achteren.

Oefening 7

Staande tegen de muur beide armen zijwaarts omhoog brengen, zo hoog je kunt. Je handen blijven contact houden met de muur. 

Oefening 8

Leg je handen zo laag mogelijk op je rug en schuif ze langs je rug naar boven.