Skip to Content

Tetanusvaccinatie

Je hebt een verwonding opgelopen. Om te voorkomen dat je tetanus krijgt, word je gevaccineerd (ingeënt) met tetanus immuunglobuline en het tetanusvaccin. Deze folder informeert je over tetanus en waarom een inenting tegen tetanus nodig is.

Wat is tetanus?

Tetanus is een ernstige, acute ziekte en komt over de hele wereld voor. Tetanus, ook wel bekend als kaakklem of wondkramp, wordt veroorzaakt door een bacterie, Clostridium tetani. Deze bacterie zit in straatvuil, maar ook in mest, omdat ze voorkomt in het darmstelsel van veel dieren.

Besmetting

Zodra deze bacterie in een open wondje komt, kun je een tetanusinfectie oplopen. Ook door een dierenbeet kun je de ziekte krijgen. Zelfs kleine (brand)wonden en wondjes kunnen besmet raken. De incubatietijd is 3 tot 21 dagen. Dit betekent dat het 3 tot 21 dagen kan duren voordat de ziekte na de besmetting uitbreekt. Gemiddeld breekt de ziekte na ongeveer 10 dagen uit. Mensen kunnen elkaar niet met tetanus besmetten.

Ziekteverschijnselen

De tetanusbacterie maakt gifstoffen die weefsels aantasten. Dit zorgt voor:

  • Stijfheid in de buurt van de infectie.
  • Steeds erger wordende spierkrampen door prikkels zoals harde geluiden, aanrakingen, kou, en bewegen.
  • Kaakkramp, slikklachten, ademhalingsproblemen.
  • Kramp in alle skeletspieren, soms zo erg dat je als een hoepel achterover kromtrekt en niet meer kunt ademen.

Complicaties

Door aantasting van het spier- en zenuwstelsel kunnen onder meer botbreuken, hoge bloeddruk en hartritmestoornissen ontstaan. Soms overleven patiënten alleen door langdurige narcose of kunstmatige beademing. Dit kan weer zorgen voor trombose of longontsteking, waaraan iemand ook kan overlijden. Zonder behandeling is tetanus altijd dodelijk. Bij een goede behandeling ligt de sterfte in Nederland rond de 20%. Tetanus kan behandeld worden met tetanus immuunglobuline. Een intensive care behandeling is nodig om te herstellen met zo min mogelijk schade aan de vitale functies.

Welke risicogroepen zijn er?

Dankzij de moderne mogelijkheden om tetanus te voorkomen, is de ziekte zeldzaam geworden. De belangrijkste risicogroep bestaat uit mensen die niet of onvolledig zijn gevaccineerd. Mensen die regelmatig in aanraking komen met aarde of rioolslib, met dieren (vooral paarden) en mensen die in hun werk meer dan een normale kans op verwonding hebben, moeten nog altijd rekening houden met de kans op besmetting.

De Geneeskundige Hoofdinspectie van de Volksgezondheid adviseert ook reizigers om zich tegen de ziekte te laten inenten, omdat in principe iedereen geïnfecteerd kan raken.

Waarom moet je je laten inenten?

Sinds 1957 is de tetanusvaccinatie onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Dit betekent dat je als kind vermoedelijk al bent ingeënt tegen tetanus.

Maar omdat het gif van de bacterie zo snel werkt, heeft het immuunsysteem niet de tijd om antistoffen tegen de bacterie aan te maken. Iemand die de ziekte al heeft gehad, is daardoor nog steeds niet beschermd. Na vaccinatie wordt wel afweer opgebouwd, maar de vaccinatie geeft geen levenslange bescherming. Bij elke besmetting moet daarom gekeken worden of een tetanusvaccinatie nodig is.

Actieve en passieve immunisatie

Bij een tetanusvaccinatie is sprake van actieve en passieve immunisatie (het immuun maken tegen een infectie). De afweer in ons lichaam tegen infecties komt over het algemeen tot stand doordat ons lichaam antistoffen maakt. Als in het bloed voldoende antistoffen aanwezig zijn, zijn we immuun en worden we dus niet ziek.

De aanmaak van antistoffen gebeurt wanneer ons lichaam is blootgesteld aan een ziekteverwekker. Het duurt even voordat het lichaam voldoende antistoffen heeft aangemaakt. In de periode waarin die opbouw plaatsvindt, is ons lichaam dus vatbaar voor de ziekteverwekker als er geen hulp van buitenaf wordt gegeven. Met een vaccinatie wordt van buitenaf ingegrepen.

Bij een tetanusvaccinatie krijg je een injectie met tetanus immuunglobuline. Deze injectie geeft in één keer een hoeveelheid antistoffen die genoeg is om je tijdelijk tegen tetanus te beschermen. Dit heet passieve immunisatie. Alleen passieve immunisatie is niet genoeg, maar een tijdelijke maatregel omdat de antistof in het lichaam ook weer snel wordt afgebroken.

Daarom krijg je naast deze immuunglobuline injectie een injectie met het tetanusvaccin. Dit brengt de productie van eigen immuunglobuline als afweer tegen tetanus in ons lichaam op gang. Ons lichaam wordt aangespoord om afweer op te bouwen. Deze vaccinatie heet actieve immunisatie.

Voldoende bescherming

Je krijgt de passieve immunisatie en één actieve immunisatie op de Spoedeisende Hulp (SEH) van het ziekenhuis. Voor een zo goed mogelijke bescherming moet de actieve immunisatie na één maand en na zeven maanden nog eens worden herhaald. Heb je eenmaal de vier injecties gehad (1 maal passieve en drie maal actieve immunisatie), dan ben je langdurig tegen tetanus beschermd.

Herhalingsinjecties bij de huisarts

Voor de herhalingsinjecties moet je zelf zorgen. Dit kan bij jouw eigen huisarts. Onderstaand schema helpt je als herinnering voor de herhalingsinjecties. Noteer hier de data waarop je de injecties krijgt of moet krijgen:

Datum
Tetanus Immuumglobuline
+
Tetanusvaccin (1)


Tetanusvaccin (2)


Tetanusvaccin (3)