Skip to Content

Sigmoïdoscopie via de chirurg

Jouw behandelend chirurg heeft voorgesteld om bij jou een sigmoïdoscopie te laten verrichten. In deze folder lees je hoe dit onderzoek verloopt wanneer je door de chirurg bent aangemeld voor een sigmoïdoscopie, hoe je je voorbereidt en welke andere zaken je moet weten.

Een sigmoïdoscopie kan door verschillende specialisten worden aangevraagd en om verschillende redenen worden uitgevoerd. Daarom is het belangrijk dat je weet door welke specialist je bent doorverwezen. De informatie in deze folder is alleen op jou van toepassing als je door de chirurg bent doorverwezen voor dit onderzoek.

Wat is een sigmoïdoscopie?

Een sigmoïdoscopie is een inwendig onderzoek van het laatste gedeelte van de dikke darm (het sigmoïd) en de endeldarm. Het sigmoïd is het S-vormige laatste deel van de dikke darm dat uitkomt in de endeldarm.

Het sigmoïd haalt het vocht uit de ontlasting en reguleert de passagesnelheid ervan. De endeldarm is het laatste gedeelte voor de anus en is ongeveer 15 centimeter lang. Dit deel van de darm dient als opslag voor ontlasting dat uit de dikke darm komt. Met de endoscoop, een bestuurbare buigzame slang met aan het uiteinde een kleine camera, wordt via de anus in de dikke darm gebracht. Hierdoor kan de specialist de binnenkant van de darm bekijken. Ook kan de specialist tijdens deze behandeling met speciale instrumenten ingrepen verrichten of stukjes weefsel voor onderzoek wegnemen.

Belangrijk om te weten

Het is belangrijk dat je het jouw specialist vertelt als:

  • je medicijnen gebruikt, met name bloedverdunnende medicijnen en pijnstillers (zoals aspirine) moeten in overleg met jouw behandelend specialist misschien ruim van tevoren worden gestopt
  • je ijzertabletten gebruikt, dan moet je daarmee vijf dagen voor het onderzoek stoppen
  • je een stoornis van de bloedstolling hebt
  • je allergisch bent voor bepaalde medicijnen of verdoving
  • je een ernstige hart- of longaandoening hebt
  • je (mogelijk) zwanger bent
  • je suikerziekte (diabetes) hebt
  • je een pacemaker of ICD hebt

Overzicht medicijnen

Neem bij een opname of polibezoek altijd een overzicht mee van de medicijnen die je op dit moment gebruikt. Dit kun je bij de apotheek halen. Als de arts medicatie wil voorschrijven, dan leest de arts in het overzicht welke medicijnen je al gebruikt. Zo voorkomen we dat je medicijnen voorgeschreven krijgt die niet goed met elkaar samengaan.

Het overzicht van medicijnen die je op dit moment gebruikt wordt bij de apotheek een actueel medicatieoverzicht genoemd. Hier wordt ook de afkorting AMO voor gebruikt. Lees op deze pagina de veel gestelde vragen over het AMO.

Gebruik je medicijnen?

Je moet jouw (ochtend) medicatie gewoon met een slokje water innemen, behalve als jouw specialist het anders met jou heeft afgesproken.

Bloedverdunners / antistollingsmedicatie

Wanneer je bloedverdunnende medicijnen gebruikt (bijvoorbeeld acenocoumarol (Sintrom), fenprocoumon (Marcoumar), acetylsalisylzuur (Aspirine), dan moet je, in overleg met jouw specialist, hiermee enkele dagen voor het onderzoek stoppen. Dit verschilt per medicijn. Stop nooit op eigen initiatief met deze medicijnen! Voor het opnieuw instellen van de bloedverdunnende medicijnen moet je een vervroegde afspraak maken met de trombosedienst. Als je bent opgenomen op de verpleegafdeling, wordt het beleid ten aanzien van de antistollingsmedicatie in overleg met jou en de afdelingsarts gemaakt.

Stoppen met medicijnen (naam medicijn)  
Op (datum)  

 

Ben je diabetespatiënt?

Als je diabetespatiënt bent, moeten jouw medicijnen mogelijk aangepast worden tijdens de voorbereiding van dit onderzoek. Je moet het innemen van tabletten voor jouw diabetes of het spuiten van insuline uitstellen tot na het onderzoek. Soms is ook een verlaging van de dosis nodig. Dit besluit neem je in overleg met jouw behandelend specialist.

Hoe bereid je je voor?

Instructie laxeren

Om het onderzoek goed uit te voeren, moeten jouw darmen schoon zijn. Dit bereik je door thuis onderstaande instructies op te volgen, dus niet de bijsluiter van het flesje laxeermiddel.

De dag/avond voor het onderzoek

  • Je mag tot 12.00 uur normaal eten. Na 12.00 mag je niets meer eten, alleen nog maar drinken.
  • Om 12.00 uur drink je het hele flesje laxeermiddel (X-praep siroop) en twee glazen water op. Dit drankje is geschikt voor diabetespatiënten.
  • Tussen 12.00-19.00 uur drink je elk half uur een glas (150 ml) 'helder' drinken (bijvoorbeeld water, thee, vruchtensap of bouillon).
  • Na 19.00 uur drink je 'helder' drinken naar behoefte.

Let op! Het kan zijn dat het bij jou langer duurt voordat je reageert op het laxeermiddel. Hier hoef je niet ongerust over te zijn. De werking van het laxeermiddel wisselt per persoon.

De dag van het onderzoek

  • Je neemt een licht ontbijt bestaande uit beschuit met jam en thee.
  • Wanneer jouw onderzoek 's middags plaatsvindt, mag je eenzelfde lichte lunch gebruiken.

Hoe bereid je je in het ziekenhuis voor?

Je meldt je een kwartier voor de afgesproken tijd op het ambulant centrum, scopiekamers, route 140. Hier wordt de sigmoïdoscopie uitgevoerd.

Voor het onderzoek krijg je nog een klysma: dat wil zeggen dat er vloeistof in jouw anus wordt gebracht om de darm te reinigen. Hierdoor krijg je aandrang en moet je naar het toilet. Daarna is jouw darm schoon en leeg en kan het onderzoek uitgevoerd worden.

Hoe verloopt het onderzoek?

Een endoscopieverpleegkundige of assistente brengt jou naar de onderzoekkamer. Als je in het ziekenhuis opgenomen bent, brengt de verpleegkundige jou naar de onderzoekkamer.

Voor het onderzoek moet je jouw onderlichaam ontkleden. Tijdens de sigmoïdoscopie lig je op jouw linkerzij op de onderzoeksbank. De specialist brengt de endoscoop via jouw anus in jouw endeldarm en schuift de endoscoop voorzichtig verder jouw darm in. Vanaf dat moment begint het onderzoek.

Tijdens het opschuiven van de endoscoop wordt lucht ingeblazen, dit kan tijdens de procedure krampen geven. Nadat het verste punt is bereikt, trekt de specialist de endoscoop steeds een stukje terug en wordt de binnenkant van de darm nauwkeurig geïnspecteerd. Waarschijnlijk laat je ook winden tijdens het onderzoek. Dat is normaal. Houd de winden niet op, door het ophouden kun je meer last krijgen van krampen.

De specialist kan tijdens het onderzoek vragen of je op jouw rug of andere zij wilt gaan liggen. Ook kan de endoscopie-assistent met de handen op jouw buik drukken. Als het nodig is kan de specialist kleine weefselhapjes (biopten) nemen. Het kan zijn dat je dit wat voelt plukken, maar het doet geen pijn.

Hoe lang duurt het onderzoek?

De sigmoïdoscopie duurt ongeveer vijftien minuten. Wanneer de specialist een ingreep uitvoert, kan het onderzoek wat langer duren. In het algemeen wordt het onderzoek goed verdragen.

Wat gebeurt er na het onderzoek?

Na het onderzoek kun je naar huis en je mag in principe alles weer eten en drinken. Het is verstandig om op de dag van het onderzoek rustig aan te doen. Je kunt nog enige tijd last hebben van buikpijn, darmkrampen, een opgeblazen gevoel en winderigheid. Dit is normaal en wordt meestal veroorzaakt door de ingeblazen lucht. Het is belangrijk dat je die lucht snel kwijtraakt. Dit doe je door het laten van winden. De pijn is dan vaak snel weer weg. Tot enkele dagen na het onderzoek kun je wat slijm en vocht verliezen via jouw anus. Als de arts een poliep of stukje weefsel heeft weggehaald, dan kun je ook wat bloed verliezen. Dit stopt vanzelf binnen enkele dagen.

Kent het onderzoek risico's of complicaties?

Een sigmoïdoscopie is een veilig onderzoek. Toch kunnen er in een enkel geval complicaties optreden zoals bijvoorbeeld een bloeding. Naast een bloeding kan er tijdens het onderzoek een scheurtje (perforatie) in de darmwand ontstaan. Wanneer er tijdens het onderzoek aanvullende behandelingen worden uitgevoerd, zoals het verwijderen van poliepen, is de kans op complicaties groter. De meeste complicaties treden tijdens het onderzoek op maar kunnen ook tijdens het onderzoek behandeld worden.

Wanneer neem je contact op met het ziekenhuis?

Als je na de sigmoïdoscopie thuis klachten krijgt zoals heftige buikpijn, verlies van helder rood bloed of hoge koorts, is het belangrijk dat je contact opneemt met de specialist.

Buiten kantooruren bel je naar de spoedeisende hulp telefoonnummer: 0413 - 40 10 00.

De uitslag

Meestal kan de specialist, die het onderzoek heeft verricht, jou vlak na het onderzoek een voorlopige uitslag geven. Jouw huisarts of behandelend arts krijgt de officiële uitslag van het onderzoek en zal deze met jou bespreken. Je maakt hiervoor een afspraak. De uitslag van eventueel weefselonderzoek is uiteraard niet direct beschikbaar, hiervan is de uitslag na ongeveer tien dagen bekend. Wanneer je een rustgevend medicijn hebt gekregen, kun je bij het aanhoren van de uitslag nog suf zijn. Hierdoor bestaat de kans dat je je de uitslag achteraf niet goed meer herinnert. Daarom is het verstandig om iemand mee te nemen.

Heb je nog vragen of ben je verhinderd?

Neem bij verhindering zo snel mogelijk contact op met de polikliniek chirurgie. Er wordt dan een nieuwe afspraak gemaakt.

Als je na het lezen van deze folder nog vragen hebt, dan kun je van maandag t/m vrijdag tussen 8.30-12.30 uur en 13.00-17.00 uur bellen.

  • Polikliniek chirurgie: 0413 - 40 19 59