Heupdysplasie bij kinderen
Je kind heeft heupdysplasie, een afwijking aan de heup en moet daarvoor naar de polikliniek othopedie. In deze folder lees je meer over deze aandoening en behandeling van heupdysplasie.
Wat is heupdysplasie?
Heupdysplasie is een aandoening aan de heup waarbij de kom niet goed gevormd is. Hierdoor past de kop van de heup niet goed in de kom. Bij een ernstige vorm kan de kop zelfs naast de kom komen te staan. Dit noemen we een luxatie.
Hoe wordt heupdysplasie behandeld?
Voor de behandeling van heupdysplasie werkt Bernhoven samen met het Radboud UMC en de St. Maartenskliniek.
Uit recent onderzoek is gebleken dat veel heupen vanzelf de juiste vorm aannemen. Daarom wachten we vaak 6 weken na de diagnose voordat we met de behandeling beginnen. Als de heupkom na deze periode nog steeds niet normaal gevormd is, starten we met de behandeling. Het doel van de behandeling is om de heupkom te stimuleren om de juiste vorm van de kop aan te nemen.
De behandeling bestaat uit het spreiden van de heupjes, zodat de kop goed in de kom komt te liggen. Hiervoor gebruiken we een heupspreider, ook wel bekend als een Pavlik bandage. Je kind moet deze spreider in principe 23 uur per dag dragen.
Hoe lang duurt de behandeling?
Hoe lang de behandeling duurt, hangt af van de ernst van de afwijking. Meestal is heupdysplasie genezen voordat je kind begint te lopen. De spreidbehandeling is zinvol tot de leeftijd van 1 jaar. Slechts in een klein aantal gevallen is later een operatie nodig.
De meeste kinderen ontwikkelen zich normaal tijdens de behandelperiode. In de spreidbroek kan je kind namelijk zitten, kruipen, draaien, staan en lopen.
Het aanleggen van een heupspreider
De gipsverbandmeester laat zien hoe je de heupspreider moet aanleggen om de juiste stand van de benen te krijgen. Het is belangrijk dat je leert hoe je de spreider moet aandoen. Er zijn 2 soorten heupspreiders: de Pavlik bandage en de Campspreider.
Ongeveer een week na de eerste keer aanleggen kom je terug bij de gipsverbandmeester om te controleren of alles goed verloopt en of de spreider nog goed past. Je krijgt dan meer uitleg en kunt vragen stellen. Je kunt altijd contact opnemen als je later nog vragen of problemen hebt.
De Pavlik bandage
Het aanleggen van de Pavlik bandage vergt enige handigheid. Houd rekening met de volgende punten:
- Plaats de bandage over het rompertje. Draagt je kind een shirt of trui, dan doe je deze over de Pavlik bandage aan.
- Breng de borstband aan ter hoogte van de tepels, 2 vingers onder de oksels. Zorg dat de borstband zo los zit dat er 4 vingers achter kunnen.
- De beenbandage: trek de bandage aan zoals de gipsverbandmeester heeft aangegeven en gemarkeerd. Zorg dat er geen plooien van kleding onder de bandage zitten. Bij dikke kleding kunnen de bandjes losser worden gemaakt.
De Campspreider
- Til de billen/onderrug op met de vlakke hand, trek niet aan de beentjes en leg de spreidbeugel onder de onderrug.
- De billen liggen op gelijke hoogte met de onderkant van het kunststof ruggedeelte van de spreidbeugel.
- Sluit eerst de manchet om het beentje waarvan de heupdysplasie het ernstigst is, leg van tevoren het kunststoflapje over het been.
- Let op dat de luier er niet tussen zit.
- Sluit daarna het manchet rond het andere been en daarna de buikband.
- Tussen de knieholte en het beenmanchet moet een ruimte zijn van 1 duimbreedte, dit om drukplekjes te voorkomen.
- Voor het verschonen van de luier hoeft de spreidbroek niet af. Je kunt de luier gewoon aandoen.
Wennen aan de spreider
Je kind kan de eerste dagen wat ongemak ervaren en huilerig zijn omdat het minder kan bewegen en moet wennen aan de heupspreider. Dit duurt meestal niet langer dan een paar dagen. Als de spreider slapeloze nachten veroorzaakt, mag je de spreider 's nachts enkele uren uitdoen. Maar meestal went je kind snel aan de spreider als je even doorzet.
Pijn
Je kind mag niet zoveel pijn hebben dat het voortdurend hard huilt. Als je twijfelt of je kind pijn heeft, til het dan even op. Vaak wordt een kind dan rustiger. Neem contact op met de gipskamer als je denkt dat er iets mis is.
Bewegelijkheid
De beweeglijkheid van de beentjes van een kind met een heupspreider moet goed blijven. Vaak houdt een kind de eerste week nadat de spreider is aangelegd het aangedane beentje wat stiller dan het andere. Dit is geen probleem. De weken daarna moet dit echter verdwijnen en hoort je kind weer beide beentjes op dezelfde manier te gaan gebruiken.
Wel moet je kind beide knieën altijd kunnen strekken! Als dit bij jouw kind niet goed gaat, neem dan contact op met de gipskamer. In de beginfase kan het lijken alsof het linker- of rechterbeen niet geheel symmetrisch in de spreidbroek zit. Dat kan kloppen. Er kan een verschil zijn in de ontwikkeling en/of de beweeglijkheid van de heupen. Na een aantal weken wordt dit verschil steeds kleiner en worden de bewegingen in beide heupen soepeler.
Let op: Als het je opvalt dat je kind 1 of beide benen minder of niet meer beweegt, mag je de heupspreider afdoen. Een zenuw bij de heup staat dan op rek. Door de behandeling met de heupspreider korte tijd te stoppen (denk hierbij aan enkele uren), krijgt de zenuw de tijd om te herstellen.
Praktische tips
Wassen van de heupspreider
Je kunt de Pavlik bandage met de hand wassen. Veel ouders willen graag een tweede spreidbroek om hygiënische redenen. Helaas vergoedt de zorgverzekering dit niet. Als de Campspreider vies is, kun je deze schoonmaken met water en zeep.
Voeden
Ook het geven van borstvoeding is mogelijk. Meer informatie vind je op de website www.borstvoeding.nl.
LET OP: Trek je kind bij een luierwisseling niet bij de voetjes omhoog. De heupjes worden hierdoor te veel gestrekt, wat een verergering van de afwijking tot gevolg kan hebben. Dit geldt ook voor het strekken van de beentjes, bijvoorbeeld om te meten hoe lang je kind is. Optillen voor verschonen kan het best door een hand onder de onderrug van je kind te schuiven en het zo op te tillen.
Kleding
Meestal kan je kind dunne kleding dragen onder de heupspreider, zoals een legging, een elastisch broekje of een maillootje. Over de spreider heen kun je je kind wijde soepele, liefst katoenen, kleding aandoen.
Vervoer
Belangrijk: zorg dat je kind bij elke houding, in welke situatie dan ook, voldoende ruimte heeft om de benen te spreiden.
- Op de fiets is het raadzaam om een zitje met open zijkanten te gebruiken. Het is verstandig om je kind goed vast te zetten, omdat het makkelijk voorover kan vallen.
- Gebruik een draagzak of draagdoek (gecertificeerd). De beentjes worden dan vanzelf gespreid.
- De Maxi-Cosi Opal HD is speciaal ontwikkeld voor kinderen die een heupspreider dragen. Met dit autostoeltje kan je kind veilig (in achterwaartse positie) reizen, ook met gespreide benen. Deze aangepaste Maxi-Cosi is niet te koop, maar kun je voor de duur van de behandeling huren via www.maxi-cosi.nl/c/maxi-cosi-happy-hips-service.
Oefeningen
Het is belangrijk dat je kind zijn of haar hoofd- en rompspieren goed blijft ontwikkelen. Doe daarom de volgende oefeningen:
- Laat je kind regelmatig zijn of haar hoofdje bewegen door bijvoorbeeld je hand met speelgoed te laten volgen.
- Leg je kind op de buik op de grond, zo nodig met een handdoek onder de buik.
- Leg je kind op de buik op je bovenbeen.
- Neem je kind rechtop je schoot.
- Een draagdoek is ook mogelijk.
Informatie
Handige links:
- www.borstvoeding.nl
- www.maxi-cosi.nl/c/maxi-cosi-happy-hips-service
- draagconsulenten.nl
- www.heupafwijkingen.nl
Vragen?
Heb je nog vragen na het lezen van deze folder? Neem dan gerust contact op met de gipskamer:
- Gipskamer: T0413 - 40 27 30 (8.30 – 17.00 uur)