Skip to Content

Hartfalen: leefregels

Je bent op de polikliniek cardiologie geweest of je bent opgenomen geweest voor de behandeling van klachten omdat je hart onvoldoende werkt. Dit heet hartfalen. In deze folder lees je waar je in het dagelijks leven rekening mee moet houden. Deze leefregels helpen mee om nieuwe klachten te voorkomen en zorgen ervoor dat je zo min mogelijk last hebt van je hartfalen.

Wat is er aan de hand?

Het hart is een holle spier die, door ritmisch samen te trekken, bloed door het lichaam pompt. Door verschillende oorzaken kan het pompvermogen van de hartspier minder worden. De meest voorkomende oorzaken zijn: hartinfarct, lekkage of vernauwing van hartkleppen, hoge bloeddruk en hartspierziekten. De combinatie van ziekteverschijnselen die ontstaan als het pompvermogen van het hart onvoldoende is, noemen we hartfalen.

De volgende klachten en verschijnselen zijn een teken van hartfalen:

  • Moeheid/ lusteloosheid; dit komt doordat er minder bloed, dus zuurstof, door de spierweefsels stroomt
  • Dikke voeten, enkels en benen; dit komt doordat het hart minder goed pompt. Er blijft dan teveel vocht zitten in de lichaamsdelen die ver van het hart verwijderd zijn. Door deze overvulling van de bloedvaten kan er vocht uittreden in de weefsels van de benen, enkels, voeten en soms de buik.
  • Kortademigheid; dit ontstaat doordat het hart minder goed pompt. Er blijft teveel vocht in de bloedvaten van de longen. Door deze overvulling van de bloedvaten kan er vocht uittreden in de longen. Hierdoor treedt kortademigheid op bij inspanning en plat liggen.
  • Minder concentratievermogen; dit komt doordat er minder bloed door het hersenweefsel stroomt.
  • Onrustig slapen; dit komt omdat je liggend meer last hebt van benauwdheid. Ook slaap je onrustig omdat je 's nachts vaker wakker wordt om te plassen.
  • Vaak plassen`s nachts; het hart hoeft 's nachts vaak minder hard te werken waardoor het bloed weer beter weggepompt wordt. Er stroomt meer bloed door de nieren waardoor je vaker moet plassen.
  • Minder gaan plassen; dit komt door de slechtere doorbloeding van de nieren.
  • Plotse benauwdheid en hoesten; dit komt doordat er vocht in de longen zit.
  • Stijging van lichaamsgewicht; omdat je meer vocht vasthoudt, stijgt je lichaamsgewicht.

Wat betekent het om met hartfalen te leven?

Hartfalen is een uiting van een hartziekte die niet te genezen is, maar waar wel goede behandelingsmogelijkheden voor bestaan. Dit betekent dat de klachten en verschijnselen verminderd kunnen worden zodat een optimale levenskwaliteit wordt bereikt. 

Waaruit bestaat de behandeling van hartfalen en wie voert de behandeling uit?

De basis van de behandeling van hartfalen bestaat naast medicatie uit: leefregels (o.a. aanpassing van eet- en drinkpatroon, beweging) en instellen op medicijnen.

De behandeling wordt gedaan door het team van de hartfalenpoli dat bestaat uit de cardioloog, physician assistant, verpleegkundig specialist, hartfalenverpleegkundigen, fysiotherapeut en diëtist, maar het belangrijkste lid van dit team bent jij zelf! Immers een aantal strenge leefregels zijn nodig om het lichaam zo goed mogelijk te laten functioneren. 

Leefregels

Je leefgewoonten veranderen is niet altijd even gemakkelijk. Toch is dit in jouw geval nodig omdat je leefgewoonten een onderdeel zijn van de behandeling. Aangepaste leefgewoonten zorgen ervoor dat jouw lichaam zo goed mogelijk blijft functioneren en je zoveel mogelijk de dingen kunt blijven doen. Wanneer je een leefregel niet kunt uitvoeren is het goed hierover te praten (al dan niet met een deskundige) en proberen samen oplossingen te zoeken.

Noodzakelijke leefregels zijn:

1. Houd je aan het zoutbeperkt dieet

Bij hartfalen is een strikte beperking van zoutgebruik nodig. Wanneer je deze strikte zoutbeperking in je dagelijkse voeding nog niet toepast, overleg dit dan met een zorgverlener van het hartfalenteam. Wil je graag uitleg en toelichting op het zoutbeperkte dieet, vraag dan om een verwijzing naar de diëtist. De diëtist geeft tips en advies hoe je het dieet in je dagelijkse voeding kunt inpassen.

2. Drink 1.5 liter per dag, tenzij anders afgesproken

Tips:

  • Het is belangrijk precies genoeg vocht te gebruiken; niet teveel maar ook niet te weinig. De zorgverlener van het hartfalenteam geeft tips en uitleg hoe je dit in het dagelijkse leven moet doen.
  • Als je vaak dorst hebt bij een vochtlimiet van 1,5 liter, kun je bijvoorbeeld vaker kleine beetjes drinken, op een ijsklontje zuigen, vaker een stukje fruit eten, je mond spoelen met koud water, tanden poetsen of kauwgom eten. Ook helpt het om zo min mogelijk voedingsmiddelen te eten waar je dorst van krijgt.
  • Zorg dat je goed weet welke gevolgen teveel drinken voor jou heeft. Door teveel drinken moet het hart nog harder werken en blijft er o.a. meer vocht achter in de weefsels en longen.
  • Bij braken, diarree, koorts en veel zweten (warm weer) mag je een halve liter vocht per dag meer drinken. Bij aanhoudende klachten van braken, diarree en koorts moet je contact opnemen met de huisarts of de hartfalenpoli.

3. Weeg iedere dag en meld veranderingen

  • Een toename van gewicht kan een teken zijn dat je lichaam vocht vasthoudt. Vraag aan je zorgverlener van het hartfalenteam wanneer je contact moet opnemen en hoe je moet handelen. Het meest betrouwbare gewicht krijg je als je jezelf iedere dag op hetzelfde moment (met lege blaas en lege maag), op dezelfde weegschaal, weegt. Weeg jezelf bij voorkeur `s morgens vroeg net na het opstaan en noteer elke dag op een lijstje!

4. Blijf op streefgewicht!

  • Bij hartfalen is een goed lichaamsgewicht belangrijk. Overgewicht zorgt voor overbelasting van het hart. Ondergewicht en afvallen kan leiden tot verlies en verzwakking van spieren en verminderde weerstand waardoor je lichamelijke conditie minder wordt.
  • Ondergewicht - Het komt veel voor dat mensen met hartfalen afvallen en mager worden. Dit komt vaak door te moe zijn om voldoende te eten, kortademigheid of de eetlust is minder geworden door een aanhoudend vol gevoel in de bovenbuik. Om te voorkomen dat je lichamelijke conditie vermindert, is het nodig dat je extra let op de kwaliteit van de voeding. Lukt het niet je gewicht constant te houden, vraag dan het hartfalenteam om een verwijzing voor de diëtiste van het ziekenhuis. De diëtiste geeft aanwijzingen wat je kunt doen om een goed lichaamsgewicht te behouden of weer te krijgen.
  • Overgewicht - Wanneer je te zwaar bent en dit komt niet door vochtophoping (dikke voeten, enkels, benen etc.) dan is het belangrijk dat je ervoor zorgt dat je afvalt. Je kunt het beste afvallen onder deskundige begeleiding. Op die manier blijft een goede voeding gewaarborgd en dat is juist in jouw situatie erg belangrijk. 

5. Blijf zoveel mogelijk in beweging, maar neem ook op tijd voldoende rust

Tips:

  • Een goede lichamelijke conditie is voor iedereen belangrijk, dus ook voor jou ondanks je hartfalen. Probeer daarom de dagelijkse activiteiten te blijven uitvoeren maar pas hierbij het tempo aan en bouw naar behoefte rustpauzes in.
  • Probeer activiteiten en rust in balans te brengen. Een regelmatige leefwijze maakt dit een stuk gemakkelijker.
  • Leer je dagelijkse dingen in een rustiger tempo uit te voeren, leer er meer tijd voor te nemen. 
  • Leer te luisteren naar je eigen lichaam, de ene dag kun je meer dan een andere dag.

7. Rook niet

Roken is een belangrijke risicofactor voor het krijgen van een (volgend) hartinfarct. Roken bevordert een verhoogde bloeddruk en aderverkalking (arteriosclerose) en vermindert je levensduur.

8. Gebruik geen alcohol is het advies voor iedereen.

Wil je toch alcohol gebruiken neem dan niet meer dan 1 consumptie per dag. Alcohol is schadelijk bij hartfalen!!! 

9. Haal elk jaar een griepprik, in overleg met je arts

Elke infectie betekent een extra belasting voor het hart. Het is dus belangrijk infecties (dit geldt ook voor verkoudheid) zoveel mogelijk te voorkomen.

10. Neem de medicijnen in volgens voorschrift.

Medicijnen kunnen veel effect hebben op de kwaliteit van leven. Het is daarom belangrijk dat je de medicijnen nauwkeurig volgens voorschrift inneemt. Enkele tips:

  • Pas de tijden van de medicatie aan op je leefgewoonten.
  • Zorg dat je weet hoe de medicijnen werken. Je weet dan waarom het stipt innemen van de medicijnen zo belangrijk is. 
  • Stop nooit medicijnen zonder overleg!
  • Een prettig hulpmiddel is de medicijnen weekdoos. Dit betekent dat je één keer per week alle medicijnen die je per dag moet innemen in een vakje van de medicijnendoos legt. Elke dag neem je dan de medicijnen van die dag uit de doos. Vergissen kan dan bijna niet meer. In de apotheek is een medicijnendoos verkrijgbaar.
  • Je kunt na overleg met de huisarts of apotheek gebruik maken van een baxterrol. In de baxterrol is per moment van medicijn innemen de juiste medicatie door de apotheek verpakt.  Op het zakje staan je naam, de naam van het geneesmiddel met een omschrijving van het uiterlijk, de datum en de tijd van  het innemen vermeld.
  • Om te voorkomen dat je medicijnen vergeet in te nemen kun je een alarm op je smartphone instellen dat een signaal geeft als het tijd is voor je medicijnen.
  • Ben je de medicijnen vergeten in te nemen? Als je het medicijn 1x per dag gebruikt, kun je het medicijn wel later innemen. Gebruik je het medicijn 3 tot 4 keer per dag dan mag je het niet tegelijk met de volgende keer innemen.

Neem een actueel medicatieoverzicht (AMO) mee

Neem bij iedere afspraak een actueel medicatieoverzicht mee (AMO). Dit is belangrijk zodat de zorgverleners weten welke medicijnen je op dit moment gebruikt. Zo weten zij ook of nieuwe medicijnen gecombineerd kunnen worden met wat je al hebt. Een AMO haal je bij je apotheek en is 3 maanden geldig. Vertel je apotheker het ook als je medicijnen gebruikt zonder recept zoals pijnstillers, vitamines, anticonceptiepil of St. Janskruid en meld ook allergieën. Krijg je nieuwe medicatie? Zorg er dan altijd voor dat deze wijzigingen worden opgenomen in een nieuwe versie van het AMO bij je apotheek. 

Medicijnen

Voor een goede behandeling van hartfalen zijn veel medicijnen nodig! De cardioloog bepaalt welke combinatie van medicijnen voor jou het beste is. Om de goede combinatie van medicijnen te bepalen is meerdere keren aanvullend bloedonderzoek en soms een echo van het hart nodig. Medicijnen hebben veel effect op de kwaliteit van leven. Het is daarom belangrijk dat je de medicijnen precies, volgens voorschrift inneemt. Je medicatie wordt na elk bezoek op de hartfalenpoli bijgewerkt in je dossier. 

Stop nooit met het innemen van medicijnen zonder overleg en verander de hoeveelheid niet! Als je problemen opmerkt, overleg dan met het hartfalenteam.

Medicijnen kunnen ook bijwerkingen hebben. Het is dan nodig om de hoeveelheid of de soort aan te passen. De werking en bijwerking van medicijnen vind je ook terug in de bijsluiter. Van de meest gebruikte medicijnen noemen we de werking en de belangrijkste bijwerkingen hieronder:

1. ARNI   

Na inname zorgt het medicijn ARNI voor twee belangrijke effecten. Dit geneesmiddel zorgt ervoor dat de bloedvaten verwijden en daardoor de bloeddruk gaat dalen en een grotere zoutafscheiding via de nieren waardoor u meer gaat urineren. ARNI’s zijn verkrijgbaar onder de naam: Sacubitril Valsartan (Entresto®). Meest voorkomende bijwerking van ARNI is duizeligheid door een lage bloeddruk. Voor uitgebreide informatie kun je de bijsluiter lezen.

2. RAAS-Remmers

Deze medicijnen zorgen ervoor dat de vaten verwijden waardoor de bloeddruk daalt en het hart minder hard hoeft te werken. Ze zijn onder te verdelen in:

 -ACE- remmers

Namen zijn: captropil (= Capoten), enalapril (= Renitec), ramipril (= Tritace), lisinopril (= Zestril), quinapril (= Acupril), perindopril (= Coversyl).

 -ARB- remmers

Enige namen zijn: Valsartan(=Diovan), Losartan (=Cozaar), Irbesartan(=Aprovel).

Meest voorkomende bijwerkingen van de RAAS-remmers zijn:

  • Droge kriebelhoest;
  • Duizeligheid door te lage bloeddruk;

Voor uitgebreide informatie kun je de bijsluiter lezen.

3. Bètablokkers

Deze medicijnen vertragen de hartslag waardoor het hart zich beter kan vullen. De bloeddruk wordt lager en het hart gaat rustiger kloppen. Enige namen zijn: metroprolol (=Selokeen) carvedilol (=Eucardic), sotalol (=Sotacor), bisoprolol (=emcor) Nebivolol (=Nebilet).

Meest voorkomende bijwerking van bètablokkers is trage hartslag. Voor uitgebreide informatie kun je de bijsluiter lezen.

4. SGLT2 remmer

Voor de behandeling voor patiënten met hartfalen met een verminderde knijpkracht van het hart is er de  zogenaamde SGLT2 remmer. Dit medicijn wordt al enkele jaren gebruikt als behandeling voor mensen met suikerziekte, ook wel diabetes mellitus genoemd. Patiënten die dit middel gebruiken, gaan iets meer plassen en verliezen naast vocht en suiker ook iets meer zout. Over het algemeen verliezen patiënten hierdoor ook enig lichaamsgewicht (2-4 kg). Hierdoor kan ook de bloeddruk ook licht dalen. Het is gebleken dat het de verergering van hartfalen voorkomt. Ongeacht of je diabetes hebt of niet. Daarnaast beschermt dit middel o.a. de nierfunctie. Het zorgt ervoor dat het aantal ziekenhuisopnames wegens hartfalen verminderd wordt. Daarnaast verlaagt het de kans op hartinfarcten, beroertes of het overlijden aan hart- en vaatziekten. Meest voorkomende bijwerking van de SGLT2 remmer is een urineweginfectie. Voor uitgebreide informatie kun je de bijsluiter lezen.

5. Sinusknoopremmers

Deze medicijnen verlagen de hartfrequentie en worden gegeven als je hartslagfrequentie boven de 72 slagen/min*  blijft, ondanks een maximaal getolereerde dosering bètablokker. Enige namen van sinusknoopremmers zijn: Ivabradine Procolaran ®, Coraxan ®, Coralan ®, Corlentor®). Meest voorkomende bijwerking van sinusknoopremmers is te lage hartslagfrequentie. Voor uitgebreide informatie kun je de bijsluiter lezen.

6. Diuretica (plastabletten)

Deze medicijnen zorgen ervoor dat je vaker plast. Hierdoor heft het de vochtophoping in de voeten, enkels, benen, buik en longen op en voorkomt het nieuwe vochtophoping. Enige namen van diuretica zijn: furosemide (= Lasix of Lasiletten), bumetanide (= Burinex), hydrochlorothiazide ( = Esidrex), triamtereen (= Dytac). Meest voorkomende bijwerkingen van diuretica zijn nierfunctiestoornissen. Voor uitgebreide informatie kun je de bijsluiter lezen.

7. MRA

Deze medicijnen zorgen ervoor dat meer water en zouten door de nieren worden uitgescheiden in de urine. Het zijn zwakke plastabletten. Ze helpen de bloeddruk te verlagen, vochtophoping te verminderen en verbeteren de werking van de RAAS remmer. 

Enige namen van MRA’s zijn; Spironolactone Spironolactonum (Aldactone®) Eplerenone (Eplerenon (Inspra®)

Meest voorkomende bijwerking van MRA's zijn stijging van de kaliumspiegel in het bloed. Voor uitgebreide informatie kun je de bijsluiter lezen.

Twijfels en problemen

Verslechtering van je gezondheid

Bij iedere plotselinge verandering in je conditie is het belangrijk dat je contact opneemt met het hartfalenteam of huisarts. Neem in ieder geval contact op als:

  • je gewicht binnen 3 dagen toeneemt met 2 kilo of meer of als er een geleidelijke gewicht stijging gecombineerd met klachten van moeheid en kortademigheid optreed;
  • je benauwdheidsklachten toenemen bij gewone dagelijkse activiteiten als aankleden, traplopen;
  • je 's nachts kortademiger wordt, je hebt extra kussens nodig om te kunnen slapen;
  • je duizelig wordt of licht inhet hoofd bent na het innemen van de medicijnen;
  • je meer dan 24 uur last hebt van misselijkheid, braken en/of diarree;
  • je hartslag sneller of onregelmatiger is;
  • je een pijnlijk of vol gevoel in de bovenbuik hebt en verminderde eetlust;
  • je veel moet hoesten, zonder dat je verkouden bent;
  • je dikke enkels of dikke benen krijgt.

Heb je nog vragen?

Het hartfalenteam van de hartfalenpoli is van maandag t/m vrijdag bereikbaar tussen 8.30 uur en 12.00 uur op T 0413 -  40 24 15.