Energie- en eiwitrijke voedingsadviezen voor kinderen

Als je kind ziek is heeft het lichaam extra energie (brandstof) nodig. Maar omdat je kind ziek is, is het vaak lastig om voldoende te eten en te drinken. Wanneer het eten niet goed gaat, kan er een verhoogd risico zijn op ongewenst gewichtsverlies, verlies van spieren en conditie of onvoldoende groei.

Naast energie zijn eiwitten belangrijk. Het zijn bouwstoffen voor het lichaam. Het eten van voldoende eiwitten kan helpen de spieren in het lichaam sterk te houden. Wat belangrijk is voor de conditie van je kind. De belangrijkste eiwitleveranciers zijn: melkproducten, vlees of vervanging, vis, kaas, ei, peulvruchten, noten en pinda’s, brood en granen.

De adviezen die worden gegeven zijn algemeen van aard. Ieder kind heeft zijn eigen voedingsgewoonten, voorkeuren en smaak. Uitproberen van voedingsmiddelen en verschillende smaken is dus belangrijk.

Laat jezelf adviseren en informeren door de diëtist en/of (kinder)arts bij kinderen jonger dan 1 jaar.

Algemene voedingsadviezen

• Geef je kind de tijd om rustig te eten
• Zorg voor variatie
• Pas de grootte van de maaltijd aan de eetlust van je kind aan. Een bord vol met eten kan de eetlust laten verdwijnen.
• Gebruik volle melkproducten.
• Voeg extra suiker, jam, stroop of honing toe om voedingsmiddelen energierijker te maken.
• Verdeel maaltijden over de dag
• Voeg een scheutje ongeklopte slagroom toe aan bijvoorbeeld vla, pap, koffie, soep, saus of puree.
• Voldoende drinken is belangrijk.
  • Voor leeftijd 1-3 jaar: 5-7 bekers (150 ml) drinken per dag (750-1000 ml)
  • Voor leeftijd 4-8 jaar: 7-10 bekers (150 ml) drinken per dag (1000-1500 ml)
  • Voor leeftijd 9-18 jaar: 7-10 bekers (150 ml) drinken per dag (1000-1500 ml)

Kies bij voorkeur energierijke dranken zoals: vruchtensappen, aanmaaklimonade, volle melk(producten). Neem geen light-dranken of dranken zonder suiker en vet.
Laat je kind vlak voor de (warme) maaltijd geen grote bekers drinken, hierdoor vermindert de eetlust.

Broodmaaltijden

• Gebruik dubbel hartig beleg en/of een extra plakje kaas of vlees uit het vuistje.
• Besmeer het brood royaal met roomboter of margarine.
• Een schaaltje pap of vla eet vaak gemakkelijker dan een boterham.
• Brood kan vervangen worden door muesli of andere ontbijtgranen met volle melkproducten.
• Probeer als variatie verschillende broodsoorten zoals krentenbrood, suikerbrood of een worsten-, kaas- of saucijzenbroodje.
• Maak in plaats van een belegde boterham een tosti of wentelteefje.
• Kies een keer een snack bij of op de boterham zoals (gebakken) ei, (gebakken) vis, huzarensalade, eiersalade, kroket, frikandel of knakworst.

Warme maaltijd

• Geef je kind geen bouillon of soep vlak voor de warme maaltijd, deze geven snel een vol gevoel.
• Verrijk jus, sausjes, aardappelgerechten, pastagerechten of groenten met een klontje roomboter, margarine, een scheutje (kook)room, slagroom, crème fraîche, een lepel kaas en/of mayonaise.
• Voeg extra room of siroop aan het nagerecht toe. Geef het nagerecht niet direct na de warme maaltijd, maar een half uurtje later.
• Indien mogelijk een ruime portie (50-100 gram) vlees of vervanging, vis, kip of gevogelte.
• Vindt je kind warm vlees niet lekker? Probeer dan vleeswaren bij de warme maaltijd.
• Rauwkost bevat weinig energie en geeft snel een vol gevoel.

Tussendoortjes

• Wissel warme en koude tussendoortjes met elkaar af.
• Varieer met tussendoortjes en probeer nieuwe smaken en varianten uit.
• Voorbeelden van geschikte tussendoortjes: ontbijtkoek of krentenbol royaal besmeerd met margarine of roomboter, schaaltje volle vla, kwark of vruchtenyoghurt, roomijs, milkshake, smoothie, chocolademelk, vleeswaar uit het vuistje, blokje kaas, grote koek, suikerwafel, zakje chips.

Dieetproducten

• Wanneer de energie- en/of eiwitinname niet voldoende is of niet behaald kan worden met normale voeding, kan er gebruik worden gemaakt van een koolhydraatmodule of drinkvoeding.
  Een koolhydraatmodule (bijvoorbeeld Fantomalt) heeft geen zoete smaak. Je kunt dit aan thee, melk en melkproducten, vruchtensap, vruchtenmoes, vla, pap, milkshakes, puree en stamppot toevoegen. Gebruik ongeveer een tot drie maatschepjes per beker of schaaltje, afhankelijk van de afspraak met de diëtist.
• Drinkvoeding is er in verschillende smaken. Ze zijn er op basis van melk, yoghurt en vruchtensap.

Bij een afbuigende groeicurve of risico op ondervoeding is een vergoeding via de zorgverzekeraar mogelijk. Overleg hiervoor met je diëtist of arts.

Gewicht

• Meet eenmaal per week het gewicht van je kind op hetzelfde tijdstip. Meet zonder schoenen en noteer dit in onderstaande tabel.
• Neemt het gewicht af, ondanks bovenstaande adviezen? Neem dan contact op met een diëtist of arts.

Adviezen bij specifieke voedingsproblemen

Vermoeidheid

• Het kan zijn dat het eten zelf te veel energie kost. Het kan dan zinvol zijn om vloeibare maaltijden te gebruiken, zoals vla, pap en/of ontbijtdrank.
• Snijd het eten in kleine stukjes of pureer het met behulp van een keukenmachine of staafmixer.
• Verdeel het eten goed over de dag. Kleinere maaltijden kosten vaak minder energie dan een uitgebreide maaltijd.

Misselijkheid en braken

• Bied vaak kleine maaltijden verspreid over de dag aan.
• Laat je kind geen maaltijden overslaan, door te weinig te eten en/of drinken kan misselijkheid ontstaan.

Obstipatie

• Laat je kind voldoende drinken. Ook soep, vla en yoghurt tellen mee. Voldoende vocht maakt de ontlasting soepel.
• Probeer voedingsmiddelen te kiezen met veel voedingsvezels zoals: (fijn) volkorenbrood, volkorenbeschuit, volkoren ontbijtkoek en graanproducten.
• Kies voor vers fruit, vruchtenmoes, vruchtendrank met extra voedingsvezels, pruimen en vruchtensap met vruchtvlees.
• Probeer je kind voldoende groente te laten eten.
• Neem voldoende aardappelen, (volkoren)pasta en (zilvervlies)rijst.
• Stoppende voedingsmiddelen bestaan niet. Banaan, witbrood, beschuit en geraspte appel zijn dus geen stoppende producten.

Diarree

• Laat je kind voldoende drinken. Ook soep, vla en yoghurt tellen mee.
• Vermijd koolzuurhoudende dranken.
• Vezels binden het overtollige vocht in de ontlasting. Neem dus wel (fijn) volkorenbrood, aardappelen en fruit.
• Kies geen voedingsmiddelen met grove vezels zoals donker roggebrood, grof volkorenbrood, brood met zaden en pitten, muesli en rauwkost. Grove vezels prikkelen de darmen extra.
• Zure melkproducten als yoghurt, karnemelk en kwark hebben de voorkeur boven zoete melkproducten als melk en vla. Melk en vla kan je kind wel gebruiken, maar dan in beperkte hoeveelheden.

Heb je nog vragen?

Zijn er na het lezen van deze folder nog onduidelijkheden of wil je méér weten? Aarzel dan niet om dit te bespreken met de diëtist of (kinder)arts. Of bel ons op werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur.

• Diëtetiek telefoon 0413 - 40 22 50, route 41