Een ring tegen een verzakking (pessarium)
Bij klachten van een verzakking kun je een ring laten plaatsen. De ring wordt in de schede geplaatst en zorgt ervoor dat blaas en baarmoeder weer op hun normale plaats komen te liggen. Klachten kunnen zo verminderen of verdwijnen. Er zijn veel soorten ringen. Meestal zijn ze van kunststof of soepel rubber gemaakt. De grootte varieert van enkele centimeters tot meer dan tien centimeter. Een andere naam voor de ring is pessarium.
Is een ring bij iedereen mogelijk?
Een ring is niet voor iedereen geschikt. Of je in aanmerking komt voor een ring is afhankelijk van:
- het soort verzakking waar je last van hebt
- de stevigheid van je bekkenbodem
- je persoonlijke lichaamsbouw
- Een ring kan een oplossing zijn bij een verzakking van de baarmoeder of van de voorwand van de schede. Meestal helpt een ring minder goed bij een verzakking van de achterwand.
Als de ingang van de schede erg wijd is, geeft de bekkenbodem soms te weinig steun voor een ring. De ring zakt dan gemakkelijk naar buiten. Daarom komt niet elke vrouw in aanmerking voor een ring.
Wat voel je van een ring?
Als een ring goed zit, voel je hem niet. Het kan zijn dat een ring na het inbrengen naar beneden zakt. Je kunt dan gerust proberen met je vingers de ring in de schede naar boven terug te drukken. Je kunt hierbij niets beschadigen. Mocht de ring blijven zakken of irriteren, dan kun je hem zelf met een vinger naar buiten trekken. Ook dit kan geen kwaad. Neem de ring dan wel mee bij een volgend bezoek aan je arts.
Veel vrouwen zijn bang dat zij last krijgen van de ring bij het vrijen, of dat hun partner de ring zal voelen. In de praktijk levert dit bijna nooit problemen op. Ook kun je gerust tampons gebruiken als je nog menstrueert.
Heeft een ring bijwerkingen?
De vaginawand kan geïrriteerd raken na de plaatsing van een ring. Dit komt doordat de ring op de vaginawand drukt. Hierdoor kun je afscheiding, bloedverlies en/of pijn krijgen. Wanneer je last hebt van de ring zijn er meerdere oplossingen. Mogelijk voldoet een andere soort of maat ring beter.
Bij vrouwen voor de overgang is deze afscheiding meestal beperkt. Als de overgang langer geleden is, wordt de schede droger en schraler. Om dit te voorkomen, adviseert de arts je om vrouwelijke hormonen (oestrogenen) in de schede te brengen: zij verstevigen de schedewand en houden deze soepel. Dit kan in de vorm van zalf of ovules (een soort zetpillen voor in de schede). Je brengt deze medicijnen één of enkele malen per week in en dit is meestal voldoende om irritatie of drukwondjes te voorkomen.
Sommige vrouwen hebben na het plaatsen van een ring meer urineverlies. Laat dit aan je arts weten tijdens de controleafspraak. Mocht het urineverlies hinderlijk zijn, dan kun je ervoor kiezen om de ring te verwijderen.
Moet de ring gecontroleerd worden?
Het advies is om iedere drie tot zes maanden de ring schoon te (laten) maken. Je kunt dit zelf doen, door de ring uit de schede te halen en onder de kraan schoon te spoelen. Daarna breng je hem zelf weer in. De ring kan verkleuren, dit is niet erg. Zolang je geen klachten van overmatige of bloederige afscheiding hebt, is controle van de ring niet noodzakelijk. Als het niet gaat om de ring zelf uit te halen en in te brengen, kan de gynaecoloog of de huisarts de ring voor je verschonen.
Zeker in het begin vragen vrouwen zich vaak af of de ring goed zit. Als je hem niet voelt zitten, betekent dit dat de ring goed is geplaatst. Als er pijnklachten zijn, probeer dan met een vinger de ring van plaats te veranderen. De schede is aan de bovenkant afgesloten. De ring kan dus nooit verdwijnen of op een verkeerde plaats terechtkomen.
Hoe lang kan een ring blijven zitten?
Als de ring goed helpt tegen je klachten, kan deze jaren blijven zitten. Soms blijkt na een aantal jaren dat je een andere maat nodig hebt. Ook kan een ring op langere termijn toch onvoldoende helpen of te veel irritatie van de schedewand geven. Een operatie is dan alsnog nodig.
Wat te doen bij problemen
Neem bij onverwachte gebeurtenissen zoals koorts, veel pijn, veel bloedverlies of niet goed kunnen uitplassen, contact op met de polikliniek urologie of polikliniek gynaecologie.
- Poli urologie: 0413 - 40 19 68, route 150 (tijdens kantooruren)
- Poli gynaecologie: 0413 - 40 19 38, route 150 (tijdens kantooruren)
- Receptie Bernhoven: 0413- 40 40 40 (buiten kantooruren)
Heb je vragen?
Zijn er na het lezen van deze folder nog onduidelijkheden of wil je méér weten? Aarzel dan niet om dit te bespreken met je gynaecoloog of verpleegkundige. Schrijf de vragen liefst van tevoren op zodat je niets vergeet.
Aanvullende informatie vind je op de website van patiëntenvereniging Bekkenbodem4all.