Skip to Content

Diep veneuze trombose (bloedprop in diepe ader)

Je hebt een echo gehad van je bloedvaten. Hierop is te zien dat je een bloedprop hebt in een diepe ader. Meestal zit deze prop in je been. Dit noemen we diep veneuze trombose. Veel mensen noemen het ook een trombosebeen.

In deze folder lees je:

•    wat trombose is
•    hoe we het behandelen
•    waar je thuis op moet letten

Waarom is behandeling belangrijk?

Een bloedprop kan groter worden of losschieten. Dan komt het stolsel bijvoorbeeld in je longen terecht. Dat kan gevaarlijk zijn. Daarom is snelle behandeling belangrijk.

Hoe ontstaat diep veneuze trombose?

Bij een trombose zit er een bloedprop in een diepe ader. Daardoor stroomt het bloed minder goed terug naar je hart. Het lichaamsdeel kan dan:

  • dik worden
  • warm aanvoelen
  • rood worden
  • pijn doen

De klachten beginnen vaak in je kuit en trekken soms door naar je bovenbeen.

Een bloedprop kan ontstaan door:

  • lang stilzitten of bedrust (na een operatie, ziekenhuisopname of bij gips)
  • zwangerschap of de eerste weken na de bevalling
  • grote operatie of ernstig ongeluk
  • ernstige infecties of ziektes
  • een stollingsstoornis (aangeboren of erfelijk)
  • gebruik van de anticonceptiepil (vooral als je ook rookt)
  • roken
  • uitdroging
  • kanker
  • hartfalen 
  • een lange vliegreis (langer dan 6 uur)

Soms is er geen duidelijke oorzaak. Dat heet spontane trombose.

Wat zijn mogelijke gevolgen?

Trombose gaat meestal goed over, maar er kunnen klachten of nieuwe problemen ontstaan:

Longembolie

Een stukje van de bloedprop schiet los en komt in je longen terecht. Dit is gevaarlijk en moet direct behandeld worden.

Post-trombotisch syndroom

Je houdt klachten, of binnen twee jaar, soms later ontstaan klachten zoals:

  • een zwaar of vermoeid gevoel in je been
  • een dunne glanzende huid
  • vocht of zwelling in het been
  • roestbruine verkleuring van de huid
  • spataderen
  • op lange termijn: slecht genezende of open wonden

Ongeveer de helft van de mensen met een trombosebeen krijgt hiermee te maken.

Hoe behandelen we trombose?

De behandeling bestaat uit:

  • bloedverdunners (antistollingsmedicatie): om te zorgen dat je bloed minder snel stolt.
  • compressietherapie: elastische kous of zwachtels en later een steunkous om zwelling  te verminderen en problemen te voorkomen.

Welke bloedverdunners krijg je? 

We starten meestal met tabletten. Soms krijg je tijdelijk ook spuitjes.

Direct werkende anticoagulantia (DOAC)
De eerste keus is een DOAC. Deze werkt meteen. Je krijgt bijvoorbeeld:

Apixaban (Eliquis®)

  • Neem dit in met of zonder eten
  • Dag 1 t/m 7: 2 keer per dag 10 mg
  • Vanaf dag 8: 2 keer per dag 5 mg
  • Na 6 maanden: 2 keer per dag 2,5 mg

Rivaroxaban (Xarelto®)

  • Neem dit in tijdens het eten
  • Dag 1 t/m 21: 2 keer per dag 15 mg
  • Vanaf dag 22: 1 keer per dag 20 mg

Soms krijg je andere DOAC’s (edoxaban of dabigatran). Dan begin je eerst 5 dagen met spuitjes (Fraxodi®). Deze medicijnen gebruiken we minder vaak.

Controles bij DOAC’s

Meestal zijn er geen bloedcontroles nodig. Gebruik je langer dan een (half) jaar een DOAC? Dan moet via de huisarts de nierfunctie worden gecontroleerd:

  • elk jaar (bij een normale nierfunctie)
  • elk half jaar (bij een verminderde nierfunctie)

Als je geen DOAC mag gebruiken

Soms mag je geen DOAC gebruiken, bijvoorbeeld als je:

  • ernstige nierproblemen hebt
  • zwanger bent of net bevallen
  • jonger bent dan 18 jaar
  • kanker hebt

Dan krijg je:

  • Fraxodi® spuitjes (onder de huid)
  • Acenocoumarol tabletten

Gebruik van Fraxodi®

  • Je prikt jezelf elke dag
  • Lukt het niet zelf? Dan leren we iemand in je omgeving, of we regelen thuiszorg.
  • Deze spuitjes zijn tijdelijk als je start met acenocoumarol. Je hoort van de trombosedienst wanneer je hiermee mag stoppen. 

Gebruik van acenocoumarol

  • Neem de tabletten elke dag rond 18.00 uur tegelijk in
  • Het liefst met eten

In het begin krijg je beide medicijnen (spuitjes en tabletten) tegelijk. Als de tabletten goed werken, mag je stoppen met spuiten. De trombosedienst neemt contact op als je mag stoppen met de spuitjes.

Controles bij acenocoumarol

De trombosedienst meet regelmatig je INR waarde in het bloed. Op basis van de waardes krijg je een nieuw doseerschema en prikafspraak. Als de uitslag erg afwijkt, word je gebeld door de trombosedienst.

Compressietherapie: zwachtels en steunkous

Zwachtels (drukverband)
Je krijgt zwachtels als er te veel vocht in je been zit. De thuiszorg komt dan 1 of 2 keer per week bij je langs. Je krijgt hiervoor een verwijzing. Zwachtelen zorgt ervoor dat het been slanker wordt.

Thuiszorgorganisaties in de regio zijn onder andere:

  • Pantein: 0900 - 88 03
  • Breederzorg: 0800 - 12 32
  • Brabantzorg: 088 - 144 40 07

Tips bij zwachtelen

  • Zorg dat het verband droog blijft
  • Beweeg regelmatig en blijf lopen. Dit is goed voor je kuitspierpompfunctie.
  • Als je minder goed kan bewegen, dan kan je voet- en beenoefeningen doen:
    o    draai rondjes met je voeten
    o    trek je tenen naar je toe en laat los
    o    leg je benen omhoog als je zit
    o    leg in bed je benen hoger, door bijvoorbeeld een kussen onder je matras te leggen
  • Draag schoenen met een platte zool
  • Was de zwachtels op maximaal 95 graden (niet in droger of op de verwarming)

Wanneer stoppen?
Als je been vochtvrij is, mag je stoppen met zwachtelen. Maak dan een afspraak met een bandagist voor het aanmeten van een steunkous.

Steunkous dragen

Een steunkous (therapeutisch elastische kous, TEK) helpt je bloed beter terug te stromen naar je hart. Dat voorkomt dat er vocht in je been blijft en vermindert de kans op blijvende klachten. Het dragen van een steunkous verkleint de kans op het post-trombotisch syndroom.

  • Draag de kous 6 maanden, alleen overdag
  • Heb je na 6 maanden nog klachten? (zoals vocht in je enkels, of een zwaar of jeukend gevoel in je benen ) Dan draag je de kous nog 2 jaar
  • Een bandagist meet de kous aan
  • Je krijgt hiervoor een verwijzing van je internist

Controles bij de physician assistant of internist

  • Binnen 1 week: afspraak op de DVT-polikliniek
  • Na 3 tot 4 weken: telefonische afspraak
    → Liever op de poli? Geef dit aan bij het maken van je afspraak

Hoe lang duurt de behandeling?

  • 3 maanden: als er een duidelijke oorzaak is (zoals gebruik anticonceptiepil, een operatie of immobilisatie bij gips, lange auto- of vliegreis (meer dan 6 uur)
  • 6 maanden of langer: als de oorzaak niet duidelijk is
  • Langdurig: als je vaker trombose hebt gehad. Elk jaar moet met de huisarts opnieuw het risico op bloedingen en nieuwe trombose worden besproken

Adviezen voor thuis

  • Beweeg elke dag minstens 30 minuten
  • Zit of sta niet te lang stil
  • Leg je benen omhoog als je zit
  • Beweeg je voeten regelmatig
    Meer tips: www.trombosestichting.nl

Wanneer moet je bellen?

Bel je huisarts bij:

  • Grote blauwe plekken
  • Donkerrode urine of zwarte ontlasting
  • Hevige menstruatie of bloedneus
  • Koorts, griep of diarree
  • Jeuk, huiduitslag of erge hoofdpijn
  • Kortademigheid of pijn in je benen
  • Koude of verkleurde tenen
  • Als je klachten erger worden

Bel de polikliniek interne geneeskunde bij:

  • Vragen over zwachtelen, de elastische kous of thuiszorg; neem contact op met je huisarts
  • Voor overige vragen kan je contact opnemen met Interne geneeskunde: 0413 - 40 19 41

Bel de trombosedienst als je acenocoumarol of fenprocoumon gebruikt en last hebt van:

  • Grote blauwe plekken
  • Donkerrode urine of zwarte ontlasting
  • Hevige menstruatie of neusbloeding
  • Koorts, griep of diarree
  • Nieuwe medicijnen of aanpassingen
  • Vergeten tabletten of prik
  • Ingreep aan de tanden
  • Vaccinatie
  • Lange reis of verhuizing

Trombosedienst: 0413 - 40 30 00

Heb je nog vragen?

Bel gerust als je vragen hebt over je behandeling. Wij helpen je graag.

  • Polikliniek interne geneeskunde: 0413 - 40 19 41
  • Trombosedienst: 0413 - 40 30 00
  • Receptie Bernhoven (buiten kantoortijd): 0413 - 40 40 40

Let op: Deze folder is bedoeld als aanvulling op het gesprek met je behandelaar. Heb je vragen of klachten? Neem dan altijd contact op.