Delier (acute verwardheid)
Wanneer iemand wordt opgenomen in het ziekenhuis vanwege ziekte, een ongeval en/of operatie kan er een delier optreden. Zo’n delier kan zich echter ook al thuis, voorafgaand aan de opname hebben ontwikkeld. Delier is de medische term voor acute verwardheid.
Symptomen van delier
Wat zijn de oorzaken?
Wat zijn de verschijnselen?
Bij iemand met een delier kunnen verschillende verschijnselen optreden.
- Een verminderd besef van de omgeving.
- Niet goed kunnen concentreren of de aandacht naar iets anders verplaatsen.
- Onlogisch en onsamenhangend denken.
- Onsamenhangend spreken, of nauwelijks of niet meer praten.
- Wisselende geheugenstoornissen.
- Gedesoriënteerd zijn, niet weten welke dag het is of waar men is.
- Dingen zien die er niet zijn (hallucinaties).
- Bekenden niet meer herkennen.
- Onrustig of juist apathisch of erg slaperig zijn.
- Verstoring in het handelen, waardoor een patiënt meer moeite heeft met persoonlijke verzorging en zelfstandig eten.
- Friemelen aan kleding of beddengoed, maar ook trekken aan infusen of katheterslangen.
- Snelle en onvoorspelbare stemmingswisselingen, zoals achterdochtig, angstig of zelfs agressief gedrag.
- Er is vaak sprake van een verstoord slaap -waakritme.
Hoe wordt een delier behandeld?
De behandeling van het delier bestaat uit 3 onderdelen:
- Bij de behandeling van een delier is het allereerst belangrijk te zoeken naar de onderliggende oorzaak en deze te behandelen.
- Voor de behandeling van de verschijnselen van de verwardheid en advies over ondersteunende maatregelen wordt meestal een geriatrie verpleegkundige en een klinisch geriater ingeschakeld. Voor de verschijnselen van de verwardheid zelf kan het soms nodig zijn medicijnen toe te dienen tegen onrust, angst, waanideeën en hallucinaties. De dosering daarvan hangt af van hoe ernstig de verwardheid en onrust zijn. Zodra de verwardheid over is, worden deze medicijnen weer afgebouwd.
- Bij ondersteunende maatregelen wordt groot belang gehecht aan de aanwezigheid van een vertrouwd persoon, voor een gevoel van veiligheid en oriëntatie van de werkelijkheid. Er is dan ook de gelegenheid om te blijven overnachten ter geruststelling van de patiënt. Je kunt dit overleggen met de verpleegkundige van de afdeling, of je wordt hiertoe uitgenodigd. Verwarde mensen zijn soms zo onrustig dat zij zichzelf schade kunnen berokkenen door uit bed te stappen terwijl dit nog niet veilig is. Het gevolg kan zijn dat hij valt, en/of daarmee infusen uit trekt. Soms is het nodig vrijheidsbeperkende maatregelen in te zetten voor de eigen veiligheid. Als dat nodig is, bespreekt de verpleegkundige dit met jou. De voortdurende aanwezigheid van een vertrouwd persoon kan er voor zorgen dat deze beschermende maatregelen misschien niet nodig zijn. Verwarde mensen herinneren zich achteraf vaak maar flarden uit de periode van verwardheid, maar als mensen zich realiseren dat ze zich vreemd hebben gedragen, kan dit bedreigend en schaamtevol zijn. Daarom is uitleg achteraf nodig om de patiënt gerust te stellen.
Tips in de omgang met iemand met een delier
Het is niet eenvoudig om iemand met een delier te verzorgen. De volgende tips kunnen je helpen. Het is belangrijk te onthouden dat de patiënt niets aan de verwardheid kan doen en geen besef heeft van zijn eigen gedrag. Een rustige en gelijkmatige benadering werkt geruststellend. Probeer prikkels van buitenaf zoveel mogelijk te doseren: niet te veel, maar ook niet te weinig prikkels.
Hier volgt een aantal tips:
- Breng enkele vertrouwde zaken van thuis mee, zoals een eigen hoofdkussen, een klok/wekker met een goed zichtbare wijzerplaat, een kalender, een foto van jezelf, familieleden of huisdieren. Zet deze spulletjes zo neer dat de patiënt ze goed kan zien.
- Als je op bezoek komt en je naaste reageert ongewoon, zeg dan wie je bent, waarom je komt en herhaal dit zo nodig.
- Spreek rustig en in korte duidelijke zinnen. Controleer of de patiënt begrijpt wat je zegt.
- Stel enkelvoudige vragen in plaats van meerkeuzevragen, zoals: “Heb je lekker geslapen?” en niet “Heb je lekker geslapen of ben je veel wakker geweest?”
- Kom niet met te veel bezoek tegelijkertijd. Als je met meerdere personen op bezoek komt, ga dan aan één kant van het bed of de stoel zitten. De patiënt kan zich dan zoveel mogelijk op 1 punt richten.
- Ga niet mee in de vreemde ideeën of met de hallucinaties. Realiseer je dat deze waarnemingen voor je naaste echt zijn. Probeer deze ook niet tegen te spreken, maar probeer af te leiden naar het hier en nu. Benoem het gevoel dat je bij je naaste waarneemt, toon begrip hiervoor en stel gerust.
- Geef zo nodig steeds weer uitleg aan je naaste waar hij zich bevindt, waarom hij daar is, en welke dag het is.
- Wek geen achterdocht door te fluisteren. Maak ook geen grapjes over het delirante gedrag. Hij is zich het eigen vreemde gedrag soms bewust, maar heeft het niet in de hand.
- Aarzel niet om eventuele vragen over acute verwardheid voor te leggen aan het zorgteam van de afdeling.
Deliernazorgspreekuur
Een delier kan een diepe indruk achterlaten, zowel op de patiënt als op diens naasten. Verder weten we dat er een verhoogde kans is op een nieuw delier in de toekomst. Soms blijven er na het delier restverschijnselen, zoals aandacht- en concentratieproblemen.
Daarom heeft de polikliniek klinische geriatrie een verpleegkundig deliernazorgspreekuur. Dit spreekuur richt zich op de verwerking van het delier en probeert herhaling in de toekomst te voorkomen. Ook kan er verder onderzoek worden gedaan naar eventuele restverschijnselen. Veel patiënten die in Bernhoven een delier hebben doorgemaakt, krijgen na hun ontslag een uitnodiging voor dit spreekuur.
Heb je nog vragen?
Als je nog vragen hebt na het lezen van deze folder, neem dan gerust contact op met de verpleegkundige van de afdeling die uw naaste verpleegt.