Skip to Content

De verblijfskatheter

Een katheter is een holle, soepele buis om de urine uit de blaas te laten lopen. Aan het uiteinde van de katheter zit een ballonnetje. Om te voorkomen dat de katheter uit de blaas valt, vullen we het ballonnetje met water. De urine in de blaas wordt afgevoerd naar een opvangzak die je draagt op je been. In overleg met je arts kan de keuze gemaakt worden om gebruik te maken van een katheterventiel. Zie hiervoor de folder katheterventiel. In deze folder lees je over het gebruik van de verblijfskatheter.

Verblijfskatheter vervangen

Een katheter vervangen we meestal om de 8 weken. Soms kan het nodig zijn om de katheter eerder te vervangen. Dit wordt gedaan door de verpleegkundige van de polikliniek urologie, de wijkverpleegkundige van de thuiszorg of de huisarts.

Persoonlijke hygiëne

Over het algemeen veroorzaakt een katheter geen problemen, tenzij je een infectie oploopt. Om infecties te voorkomen, zijn hier enkele eenvoudige regels:

  • Was minimaal 2 per dag de huid rondom het plasgaatje met lauw water.
  • Droog je goed af.
  • Gebruik nooit talkpoeder of crème
  • Probeer elke dag te douchen. Je kunt de opvangzak tijdens het douchen aanhouden.
  • Mannen: was het gebied onder de voorhuid zorgvuldig met water.
  • Vrouwen: was het onderlichaam zorgvuldig van voren naar achteren met water.

Drink veel!

Om ervoor te zorgen dat de urine goed door de katheter stroomt, is het belangrijk om genoeg te drinken. Het advies is om 1,5 tot 2 liter vocht per dag te drinken, tenzij je beperkt bent in je vochtinname.

Eet gezond en vezelrijk

Normale voeding is prima. Probeer voedingsmiddelen met veel vezels te eten, zoals vers fruit, groenten en volkorenbrood, om obstipatie te voorkomen.

Beweging

Wandelen of andere dagelijkse lichaamsbeweging bevordert de werking van je darmen. Let op: een volle darm kan de afvoer van urine bemoeilijken.

Kan ik nog seksueel actief zijn?

Een katheter in de plasbuis kan tijdens seksueel contact hinderlijk zijn. Als je nog seksueel actief bent, bespreek dit dan met je arts of verpleegkundige voor persoonlijk advies.

Soorten opvangzakken

Je hebt twee soorten zakken nodig: een beenzak en een nachtzak.

Je draagt de beenzak onder je kleding gedurende de dag. 's Nachts sluit je de nachtzak (die groter is) aan op de beenzak. Zo wordt alle urine uit de blaas opgevangen zonder dat je hoeft op te staan om de opvangzak leeg te maken. De katheter en de beenzak vormen samen een gesloten afvoersysteem. Dit gesloten systeem voorkomt dat bacteriën in de katheter of beenzak komen, waardoor de kans op infecties kleiner wordt. Alleen als je de beenzak wilt vervangen, mag deze van de katheter worden losgekoppeld. Het is belangrijk om dit systeem gesloten te houden.

Beenzak

Dragen van een beenzak

De beenzak wordt bevestigd aan het boven- of onderbeen met behulp van een bevestigingskous of met beenbandjes.

Je vermijdt hiermee het afzakken van de beenzak als deze zich vult met urine. Beenzakken zijn beschikbaar in drie verschillende inhoudsmaten: 350ml, 500ml, 750ml.

Aan de beenzak zit een verbindingsslang die je kunt vast koppelen aan de katheter. De verbindingsslang kan eventueel ingekort worden.

Vastzetten (fixeren) van de katheter

Het is belangrijk dat de katheter goed op zijn plaats blijft zitten om trekkracht op de katheter te voorkomen. Daarvoor maak je gebruik van speciale band (zie foto).

  • Band aanbrengen op het bovenbeen
  • Katheter m.b.v. klittenband vastzetten
  • Gebruik hiervoor het y-vormige gedeelte van de katheter

Legen van de beenzak

Naarmate de beenzak voller raakt, wordt deze zwaarder en voel je de zak trekken. Wacht niet tot de beenzak helemaal vol is voordat je deze leegt.

De beenzak leeg je op de volgende wijze:

  • Was de handen voor en na het legen en droog deze zorgvuldig.
  • Open het aftappunt.
  • Laat de urine in het toilet of in een opvangkan aflopen.
  • Sluit de aftappunt.
  • Maak het flexibele slangetje schoon met lauw water.

Verwisselen van de beenzak

  • De beenzak moet elke 7 dagen verwisseld worden.
  • Was de handen voor en na de wisseling en droog deze zorgvuldig.
  • Open de verpakking en haal de beenzak eruit.
  • Knip de verbindingsslang van de beenzak eventueel op de gewenste lengte.
  • Bevestig het bijgeleverde koppelstukje aan de slang.
  • Bevestig de beenbandjes door de openingen van de beenzak indien je deze gebruikt in plaats van een bevestigingskous.
  • De non-woven kant, de antisliplaag, komt op het been.
  • Verwijder de beschermdop van het koppelstukje. Gebruik de beschermdop om de gebruikte beenzak af te sluiten.
  • Pak met een hand de katheter vast en knik deze tussen duim en vinger, zodat er geen urine uit kan lopen.
  • Pak met de andere hand de schone beenzak en sluit deze aan op de katheter.
  • Bevestig de beenzak op het been d.m.v. de beenbandjes met knoopsluiting.
  • Gooi de gebruikte beenzak in een daarvoor bestemde afvalbak.

Nachtzak

Doorkoppelen van beenzak naar nachtzak

  • Was de handen voor en na het aansluiten en droog deze zorgvuldig.
  • Leeg de beenzak, maar laat een beetje urine achter in de zak om vacuüm te voorkomen.
  • Verwijder het beschermdopje en duw het koppelstukje van de slang van de nachtzak aan het aftappunt van de beenzak.
  • Zet het aftappunt van de beenzak open wanneer deze is aangesloten op de nachtzak.
  • Het aftappunt van de nachtzak moet gesloten zijn.
  • Hang de nachtzak aan de haakjes van de bedhanger of leg de nachtzak eventueel in een emmer naast je bed.

Plaats de opvangzakken onder het niveau van de blaas!

Ontkoppelen van de nachtzak

  • Sluit het aftappunt van de beenzak, voordat je de nachtzak afkoppelt.
  • Koppel de nachtzak af van de beenzak
  • Verwijder de nachtzak van de bedhanger of uit de emmer

Het legen van de nachtzak

  • Was de handen voor en na het legen en droog deze zorgvuldig.
  • Open het aftappunt aan de onderkant van de nachtzak.
  • Laat de urine in het toilet of opvangkan aflopen.
  • Sluit het aftappunt.
  • De gebruikte nachtzak kan weggegooid worden in een daarvoor bestemde afvalbak.

Mogelijke klachten

Hier kun je mogelijk last van hebben:

  • Het idee dat je moet plassen (lichte blaasirritatie).
  • Zo nu en dan een blaaskramp. Dit verdwijnt meestal na enkele dagen. Je hoeft je hierover niet ongerust te maken.
  • Urineverlies langs de buitenkant van de katheter veroorzaakt door blaaskrampen. Wanneer dit voor komt kun je contact opnemen met de polikliniek Urologie. Merk je dit 's nachts of in het weekend dan kan dit wachten tot de eerst volgende werkdag.

Als de urine niet afloopt kun je zelf het volgende doen:

  • Ga steeds na of er geen knik in de katheter zit en of deze niet verstopt is (als dit het geval is zit er geen urine in de opvangzak)
  • Zorg ervoor dat de slang tussen de katheter en de opvangzak goed zit.
  • Let erop dat de opvangzak zich lager dan de blaas bevindt.

Wat te doen bij problemen?

In onderstaande situaties is het verstandig contact op te nemen met de polikliniek Urologie of de thuiszorg:

  • De urine blijft donkerrood met stolsels
  • Je hebt aanhoudende pijn
  • Je voelt je onwel en hebt pijn, koorts en buikpijn
  • Als er gedurende 2 tot 3 uur geen urinelozing is
  • Bij blijvende urinelekkage langs de katheter

Belangrijk!

  • Als je bloed bij de urine opmerkt kun je het beste veel gaan drinken en gedurende een uur rustig gaan liggen.
  • Zorg dat je een reservekatheter in huis hebt als de katheterwissels gedaan worden door de huisarts of de thuiszorg.

Vragen?

Heb je na het lezen van deze folder nog vragen of wil je meer weten? Neem dan tijdens kantooruren contact op met polikliniek urologie. Of buiten kantooruren met de receptie.

  • Polikliniek urologie via telefoonnummer 0413 - 40 19 68 (binnen kantooruren)
  • Receptie via telefoonnummer 0413 - 40 40 40 (buiten kantooruren)