Skip to Content

Bloedvatoperatie in de buik via een open behandeling

Bij jou is een verwijding van de grote buikslagader vastgesteld. In medische termen heet dit een aneurysma van de aorta abdominalis. Samen met je specialist heb je besloten dat een buikoperatie nodig is om deze verwijding te repareren. Dat gebeurt via een zogenaamde open behandeling. In deze folder lees je hoe de operatie verloopt.

Waarom krijg je deze operatie?

Een verwijding van de grote buikslagader komt meestal door vetafzetting en verkalking in de slagader. Dit proces heet aderverkalking, of in medische termen: arteriosclerose. Arteriosclerose kan ontstaan door roken, hoge bloeddruk, suikerziekte, overgewicht en een te hoog cholesterolgehalte in het bloed. Erfelijkheid kan ook een rol spelen.

Aderverkalking maakt de wand van je buikslagader zwakker. Het bloed dat door je aderen stroomt (je bloeddruk) kan ervoor zorgen dat de verzwakte aderwand wijder wordt. Soms ontstaat op deze plek een uitstulping in de vorm van een ballonnetje. Dat noemen we een aneurysma. 

Een verwijding van de grote buikslagader kan lang bestaan zonder dat je daar iets van merkt. Maar het kan wel zorgen voor problemen, zoals:

  • een levensbedreigende bloeding door een scheur in de buikslagader op de zwakke plek in de aderwand
  • een bloedstolsel of verkalkt deeltje dat losraakt en in de beenslagader terechtkomt, waardoor de slagader verstopt raakt.

Om dit te voorkomen, heb je deze operatie nodig. 

Wat gebeurt er bij de operatie?

Tijdens de operatie maakt de chirurg een insnede in je buik, en vervangt het stukje van de grote buikslagader waar de verwijding zit door een kunststof bloedvat. Je bloed stroomt voortaan door dit nieuwe bloedvat en daardoor staat er geen druk meer op de aderwand. Het nieuwe bloedvat wordt voor en na de verwijding weer aangesloten op je grote buikslagader. Als er ook ernstige verkalkingen in je bekkenslagader aanwezig zijn, wordt het kunststof bloedvat aangesloten op de slagader in je liezen.

Voor deze operatie en de nabehandeling moet je 5 tot 7 dagen in het ziekenhuis verblijven. De operatie zelf duurt 2 tot 3 uur en wordt uitgevoerd onder algehele narcose. 

Voor een buikoperatie moet er zo min mogelijk ontlasting in je darmen zitten. Daarom krijg je op de afdeling voor de operatie via de anus een laxeermiddel (= klysma) toegediend.

Voordat je in slaap wordt gebracht, brengt de anesthesioloog soms een dun slangetje in je rug, tussen twee ruggenwervels. Door dit slangetje krijg je na de operatie medicijnen tegen de pijn toegediend. Het inbrengen van het slangetje voelt hetzelfde als een gewone injectie.

Na de operatie:

  • heb je weinig tot geen pijn. De eerste dagen na de operatie krijg je via het slangetje in je rug medicijnen tegen de pijn. Deze medicijnen worden langzaam afgebouwd
  • heb je soms een slangetje in je blaas om de urine op te vangen (een katheter). Dat slangetje wordt zo snel mogelijk verwijderd, uiterlijk de volgende ochtend
  • heb je een slangetje via je neus naar je maag lopen (een maagsonde). Dit slangetje blijft zo kort mogelijk zitten en wordt meestal de dag na je operatie verwijderd
  • blijf je 1 nacht op de afdeling intensive care voor extra controle en verzorging, en daarna nog 4 tot 5 dagen op de afdeling chirurgie
  • moeten je maag en darmen weer voorzichtig wennen aan eten en drinken. Voor de operatie is een infuus in je arm aangebracht, waardoor je vocht krijgt toegediend. Het infuus blijft zitten totdat je zelf weer voldoende kunt eten en drinken
  • komt er een fysiotherapeut langs die je ademhalingsoefeningen aanleert. Je moet de dag na de operatie uit bed om goed te kunnen doorzuchten. Hiermee voorkom je longproblemen
  • duurt het 2 tot 3 maanden voor je weer helemaal bent hersteld. 

Voorbereiding op de operatie

Opname in het ziekenhuis

Voor deze operatie word je 5 tot 7 dagen opgenomen in het ziekenhuis. De afdeling opname planning geeft je de datum door waarop je wordt opgenomen. We maken ook een afspraak met je voor het spreekuur PPO (preoperatief poliklinisch onderzoek). Op dit spreekuur heb je een gesprek met een doktersassistente, een verpleegkundige en met de anesthesioloog (de specialist die voor de verdoving zorgt).

Overzicht medicijnen meenemen

Neem bij een opname of polibezoek altijd een overzicht mee van de medicijnen die je op dit moment gebruikt. Dit kun je bij de apotheek halen. Als de arts jou medicatie wil voorschrijven, leest hij of zij in het overzicht welke medicijnen je al gebruikt. Zo voorkomen we dat je medicijnen voorgeschreven krijgt die niet goed met elkaar samengaan.

Het overzicht van de medicijnen die je op dit moment gebruikt wordt bij de apotheek een actueel medicatieoverzicht genoemd ofwel AMO. Op Actueel Medicatieoverzicht (AMO) lees je er meer over.

Stoppen met bloedverdunners

Gebruik je bloedverdunnende medicijnen zoals Marcoumar of Sintrom? Deze mag je vanaf een paar dagen voordat je wordt geopereerd niet meer innemen. Je specialist laat je weten wanneer je  precies moet stoppen.

Voeding en roken

Het is verstandig dat je voldoende en gezond eet. Zo verminder je de kans op complicaties en infecties en zul je sneller herstellen. Daarom is het ook belangrijk dat je voor de operatie niet meer rookt.

Na de operatie

Iedere operatie brengt vanzelfsprekend risico’s met zich mee. Complicaties die bij alle operaties kunnen voorkomen zijn bijvoorbeeld wondinfectie, trombose, longontsteking, bloedingen en beschadiging van zenuwen. De kans op complicaties hangt onder andere af van je leeftijd en gezondheid. Goede voeding en de juiste medicijnen verlagen de kans op complicaties. 

Na een operatie aan de buikslagader kunnen er specifieke complicaties zijn, zoals:

  • een nabloeding - die kan ontstaan door een lekkage van de verbinding tussen het kunststof bloedvat en het eigen bloedvat. Dit komt bijna nooit voor. Als deze complicatie optreedt, is er meestal een nieuwe operatie nodig 
  • een afsluiting van het kunststof bloedvat - ook dan kan een nieuwe operatie nodig zijn, maar ook dit komt zelden voor
  • een tijdelijke of blijvende verstoring van de erectie en/of de zaadlozing bij mannen.

Naar huis

Als je je goed voelt en jezelf weer kunt verzorgen, mag je naar huis. Van de verpleegkundige krijg je een afspraak mee voor een controle op de polikliniek chirurgie, ongeveer 2 weken na de operatie. Tijdens het controlebezoek worden ook de hechtingen verwijderd.

Weer aan het werk

Wat de gevolgen van de operatie voor je werk zijn, kun je bespreken met je specialist. Hij of zij kan ook je bedrijfsarts hierover informeren. In verband met de wettelijke regels voor privacy moet je toestemming geven voor dit overleg tussen je specialist en je bedrijfsarts. 

Je bedrijfsarts begeleidt jou bij de terugkeer naar je werk. Daarom is het belangrijk dat hij of zij op de hoogte is van je aandoening en de behandeling. Het is goed om je bedrijfsarts al vóór de operatie te informeren, of in ieder geval zo snel mogelijk daarna. Dat maakt het gemakkelijker om goede afspraken over je werk met je bedrijfsarts te maken.

Adviezen voor thuis

Na je ontslag uit het ziekenhuis zul je merken dat je niet meteen helemaal fit bent. Je kunt snel moe zijn en minder eetlust hebben. Dit wordt langzaam beter. Meestal is je conditie na 2 tot 3 maanden weer net zoals voor de operatie. Voor een goede genezing is het van belang dat je de volgende adviezen opvolgt:

  • Leef gezond: rook absoluut niet, zorg voor voldoende lichaamsbeweging en voorkom overgewicht. Voor meer informatie en tips voor gezond leven kun je terecht bij de verpleegkundige van de afdeling.
    Neem aanvullende voeding met extra eiwitten en vitaminen, dit zorgt voor een betere wondgenezing.
  • Voorkom infecties. Bij gebruik van een kunststof bloedvat, is de kans op infectie extra groot. Wanneer er ergens anders in je lichaam een infectie ontstaat, kan deze infectie je nieuwe bloedvat aantasten. Het is belangrijk dat elke  infectie wordt voorkomen of zo snel mogelijk wordt behandeld met antibiotica. Neem daarom contact op met je huisarts als je last krijgt van ontstekingen, zoals keel-, blaas- of longontsteking en bij pussende wonden, steenpuisten en dergelijke.

Wat doe je bij problemen thuis?

Krijg je na je thuiskomst uit het ziekenhuis klachten zoals:

  • rode, warme en gezwollen huid rondom de wond
  • koude rillingen of koorts (hoger dan 38.5 graden celsius)
  • plotselinge hevige pijn?

Bel dan met de polikliniek chirurgie: 0413 - 40 19 59 (tijdens kantooruren) of met de receptie van Bernhoven: 0413 - 40 40 40 (buiten kantooruren). Mailen kan ook: vaatchirurgie@bernhoven.nl.

Is het nodig om naar de spoedeisende hulp van Bernhoven te komen? Volg dan bij het ziekenhuis de borden 'Spoedpost'.

Vragen?

Heb je nog vragen na het lezen van deze folder? Stel ze gerust aan je behandelend arts of de verpleegkundige van de afdeling.

Meer informatie

Voor meer informatie kun je ook terecht bij Hartenvaatgroep.nl

Wachtlijstbemiddeling

Sta je al op de wachtlijst voor de operatie maar worden je klachten erger? Bel dan met de polikliniek waar je onder behandeling bent. Je behandelend arts kan dan eventueel besluiten dat je eerder moet worden geopereerd.