Skip to Content

Behandeling zenuwknoop achter de neus (ganglion sfenopalatinum)

Jouw behandelend arts heeft voorgesteld om bij jou een behandeling van het ganglion sfenopalatinum te verrichten. De arts heeft je reeds informatie gegeven over de behandeling. In deze folder lees je hoe deze behandeling in het Regionaal Pijn Centrum in Bernhoven verloopt en over andere zaken die hierbij van belang kunnen zijn.

Wat is het ganglion sfenopalatinum?

Het ganglion sfenopalatinum is een zenuwknoop die achter in je neus ligt. Door deze zenuwknoop lopen zenuwvezels die te maken kunnen hebben met bepaalde vormen van aangezichtspijn en hoofdpijn, zoals bijvoorbeeld clusterhoofdpijn en atypische aangezichtspijn. Een blokkade of onderbreking van deze zenuwknoop kan deze pijnklachten verminderen. De meeste zenuwvezels die door deze zenuwknoop lopen, maken deel uit van het onwillekeurige zenuwstelsel. Zenuwen die deel uitmaken van het onwillekeurige zenuwstelsel kun je zelf niet beïnvloeden of ‘sturen’. Ze regelen onder andere jouw bloeddruk, het open- en dichtgaan van de bloedvaten in de weefsels en zijn ervoor verantwoordelijk dat je gaat zweten.

Uit jouw klachtenpatroon en het onderzoek is gebleken dat deze zenuwvezels een deel van jouw pijn veroorzaken. Door de betreffende zenuwknoop te verwarmen, wordt de geleiding van pijnprikkels door de zenuw voor langere tijd gedeeltelijk geblokkeerd. Het is niet zo dat de zenuw wordt ‘doorgebrand’. Alleen een aantal dunne vezels in de zenuw, die de pijn doorgeven aan de hersenen, wordt onderbroken, terwijl de dikke vezels intact blijven. Hierdoor wordt een gedeelte van de prikkels uitgeschakeld, waardoor de (hinderlijke, chronische) pijn kan verdwijnen, maar de zenuw zijn eigenlijke functie behoudt.

Hoe bereidt je jezelf voor?

Onderstaande voorbereidingen zijn belangrijk voor een goed verloop van de behandeling.

  • Voor deze behandeling hoef je niet nuchter te zijn.
  • Als je een stoornis van de bloedstolling heeft of bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet je dit vantevoren melden zodat er passende maatregelen genomen kunnen worden. Met enkele bloedverdunners, o.a. acenocoumarol, fenprocoumon en plavix, dien je enige dagen te stoppen in overleg met de anesthesioloog. Voorafgaand aan de behandeling wordt soms uw bloed (INR waarde) gecontroleerd. Als de stollingswaarde niet in orde is dan wordt de behandeling uitgesteld naar een andere datum.
  • Als je zwanger bent of daar een vermoeden van hebt, overleg dan vooraf met de anesthesioloog of de behandeling kan doorgaan. Röntgenstraling kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind.
  • Als je overgevoelig of allergisch bent voor jodium, pleisters, contrast- of verdovings-vloeistof, moet u dit vóór de start van de behandeling melden.
  • Meldt ook vooraf of je een pacemaker of neurostimulator heeft.
  • Als je op de dag van behandeling geen pijn heeft kan de proefbehandeling op dat moment niet doorgaan. Dat geldt ook als je koorts hebt, dan kunnen proefblokkade én definitieve blokkade niet worden verricht
  • Sieraden en geld kun je het beste thuis laten in verband met verlies en/of diefstal.
  • Na de behandeling mag je dezelfde dag niet actief aan het verkeer deelnemen. Zorg ervoor dat je na de behandeling naar huis gebracht wordt door een begeleider.

Actueel medicatieoverzicht (AMO); meenemen voor uw eigen veiligheid

Wat is een AMO?
AMO staat voor actueel medicatieoverzicht. Het is dus een overzicht van de medicijnen die je op dat moment gebruikt.

Waarom een AMO?
Als je arts medicijnen wil voorschrijven, leest de arts in jouw AMO welke medicijnen je al gebruikt. Zo voorkomen we dat je medicijnen voorgeschreven krijgt die niet goed combineren met andere medicijnen.

Hoe kom ik aan mijn AMO?
Je apotheker print voor jou een AMO uit. Vertel je apotheker ook als je medicijnen gebruikt zonder recept, zoals pijnstillers, vitamines, de anticonceptiepill of St. Janskruid, en meld ook allergieën.

Ik heb nieuwe medicijnen gekregen. Hoe kom ik aan een aangepast AMO?
Tijdens jouw ziekenhuisopname, polikliniekbezoek of bezoek aan jouw huisarts kan je medicijngebruik zijn veranderd. Let erop dat wijzigingen van medicatie of nieuwe gegevens in jouw overzicht worden opgenomen door je apotheker.

Wanneer neem ik mijn AMO mee?
Zorg dat je het overzicht altijd bij je hebt als je naar de specialist gaat. Dan kan de specialist zien of eventuele nieuwe medicijnen samengaan met medicijnen die je al hebt. Neem het ook mee als je naar de tandarts gaat.

Hoelang is mijn AMO geldig?
Het document is maximaal drie maanden geldig, maar moet bij iedere wijziging in de medicatie tussentijds opnieuw worden vervangen. Je apotheek kan het actuele medicatieoverzicht verstrekken.

Proefblokkade en definitieve blokkade

De anesthesioloog probeert eerst door proefblokkades vast te stellen welke zenuw de pijn geleidt. Alleen als deze proefbehandeling een positief resultaat geeft wordt een definitieve behandeling gedaan, waarbij de zenuwknoop met radiofrequente stroom wordt opgewarmd.

Behandeling

Op de afgesproken dag en tijdstip meld je je bij de balie van het ambulant centrum of de dagbehandeling route 140. Daar krijg je operatiekleding aan. De operatiekleding is nodig voor de steriliteit in de behandelruimte. De vrijwilligers brengen je vervolgens op een brancard naar de behandelruimte.

In de behandelruimte lig je op je rug met je hoofd iets achterover. Als je in de goede houding ligt, zoekt de pijnspecialist onder röntgendoorlichting naar de plek waar de injectie precies moet worden gegeven. Nadat je huid met alcohol is gedesinfecteerd, geeft de pijnspecialist een plaatselijke verdoving aan de zijkant van je gelaat. De huid van je wang wordt gedesinfecteerd met chloorhexidine. Vervolgens brengt de pijnspecialist een dun naaldje naar de betreffende zenuwknoop. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Met behulp van een röntgenapparaat bekijkt de pijnspecialist of het naaldje op de juiste plek zit. Wanneer dit het geval is, wordt er een teststroompje door de punt van het naaldje gezonden. De teststroom voel je in je neus of gehemelte. De pijnspecialist vraagt je om te vertellen wat je voelt. Het is belangrijk dat je zegt wat je voelt en niet met je vingers de plaats aanwijst. Op deze manier help je de pijnspecialist om de positie van het naaldje nogmaals te controleren. Daarna spuit hij een verdovingsvloeistof in. Het is mogelijk dat dit als een trekkende pijn aanvoelt. Ook kun je een bittere smaak in je mond krijgen doordat de verdovingsvloeistof in je keel loopt. Dit zijn normale verschijnselen waarover je je niet ongerust hoeft te maken.

Bij een warmtebehandeling wordt er een (radiofrequente) stroom door het naaldje gezonden. Deze stroom wekt warmte op. Je zult van het toedienen van de warmte meestal niets voelen. De punt van het naaldje is voorzien van een voeler die meet hoe hoog de temperatuur in de zenuwknoop oploopt. Door de temperatuur goed te regelen, is het mogelijk om de prikkels die de pijn veroorzaken te onderbreken. De zenuw blijft zijn normale functie vervullen.

Hoe lang duurt de ingreep?

Inclusief de voorbereiding en de tijd na de behandeling ben je ongeveer twee uur in het ziekenhuis. De ingreep zelf duurt ongeveer 30 minuten.

Na de behandeling blijf je ongeveer twee uur in het ziekenhuis, totdat je geen last meer hebt van eventuele nawerkingen, zoals duizeligheid, een slap gevoel of een bloedneus.

Bijwerkingen

Na de behandeling kan napijn optreden die enkele weken kan aanhouden, maar deze verdwijnt vrijwel altijd. Je kunt hiervoor eventueel een pijnstiller innemen, zoals paracetamol volgens de bijsluiter. Daarnaast kun je aan je huisarts of behandelend pijnspecialist vragen om een andere pijnstiller.

Mogelijke complicaties

Hoewel de arts de behandeling zeer zorgvuldig uitvoert, bestaat er bij elke behandeling een zeer geringe kans op complicaties, ook bij een behandeling van het ganglion sfenopalatinum.

Als mogelijke bijwerking van deze behandeling kan er tijdelijk een doof gevoel ontstaan in het gehemelte aan de behandelde kant. Ook kan er in je wang een bloeduitstorting (blauwe plek) optreden. Hierover hoef je je niet ongerust te maken. Deze bijwerkingen zijn tijdelijk en verdwijnen meestal vanzelf in de loop van enkele weken.

Bij ongeveer drie procent van de patiënten treedt een bloedneus op, omdat tijdens de behandeling een bloedvaatje in de neus geraakt kan worden. Meestal gaat dit vanzelf over. In sommige gevallen is het nodig dat de KNO-arts deze bloedneus behandelt.

Resultaat

Het resultaat van de behandeling kan pas na enkele weken goed beoordeeld worden. Het is echter goed mogelijk dat je al eerder een gunstig effect op de pijnklachten bemerkt. In een aantal gevallen is een aanvullende behandeling noodzakelijk.

Heb je nog vragen?

Als je na het lezen van deze folder nog vragen hebt, kun je deze altijd met je behandelaars bespreken. Je kunt een afspraak maken voor een polikliniekbezoek op het Regionaal Pijn Centrum via telefoonnummer: 0413 - 40 19 87.