Armoefeningen na een borstoperatie
Als gevolg van een borstoperatie kan de beweeglijkheid van de schouder en arm verminderd zijn. Meestal is dit tijdelijk. Arm- en schouderoefeningen kunnen het herstel van de beweeglijkheid verbeteren. In deze folder lees je meer over de verschillende oefeningen die je kunt doen na een borstoperatie.
De dag na de operatie mag je starten met de oefeningen 1,2 en 3. Je kunt de dag daarna rustig aan uitbreiden met de daaropvolgende oefeningen. Doe het op je eigen tempo. De wond zal niet opengaan en hechtingen zullen niet loslaten door het doen van de oefeningen.
Voor alle oefeningen is het volgende belangrijk:
- Doe de oefeningen een aantal keren per dag. Juist de herhaling zorgt ervoor dat de mobiliteit van arm/schouder verbetert.
- Het advies geldt dat je elke oefening 5 tot 10 keer doet. Het is niet de bedoeling dat de oefeningen pijn doen. Een ‘rekgevoel’ is geen probleem, maar pijnlijk mag het niet worden. Elke ‘rek’ kun je 4 tot 5 tellen vasthouden terwijl je rustig blijft doorademen.
- Een goed houding aannemen is belangrijk als je start met de oefeningen. Ga rechtop zitten, geen afhangende schouders, maar trek deze eerder iets naar achteren.
- Let op dat je bij de oefeningen niet met de armen gaat ‘veren’.
- Als je na afloop van het doen van de oefeningen pijn ervaart, dan is het beter om de volgende keer wat rustiger aan te doen. Bijvoorbeeld door het aantal herhalingen per oefening te verminderen.
- Als je ondanks het doen van de oefeningen je arm/schouder niet goed kunt bewegen, kan je zorgverlener van het borstcentrum je doorverwijzen naar een fysiotherapeut.
1. Beweeg je arm gestrekt naar voren. Als je nog een wonddrain hebt, ga dan niet verder naar boven dan de tekening aangeeft.
2. Bij deze oefening laat je de armen langs je lichaam hangen. Trek dan een aantal keren je schouders op en ontspan.
3. Ga een stukje (15 cm) van de muur staan en 'krabbel' met beide handen tegelijkertijd langs de muur naar boven.
4. Houd je handen tegen elkaar achter de rug. Breng dan je armen gestrekt omhoog brengen.
5. Vouw je handen in elkaar. Daardoor steun je de arm aan de geopereerde kant. Breng nu je armen zo ver mogelijk gestrekt omhoog.
6. Leg je handen achter de oren tegen je achterhoofd en strengel dan je vingers ineen. Houd je ellebogen eerst ontspannen naar voren en breng ze daarna zo ver mogelijk naar achteren.
7. Staande tegen de muur breng je beide armen zijwaarts omhoog, zo hoog je kunt. Je handen blijven contact houden met de muur.